Kosteloos eerste gesprek
100% onafhankelijke financieel advies
We vergelijken ruim 40 geldverstrekkers
Telefonisch, online of op de vestiging

Jaarruimte verruimd

Geschreven door: Oscar Noorlag Hypotheekexpert

De nieuwe Pensioenwet is sinds 1 juli 2023 van kracht. Er moet de komende jaren nog veel gebeuren. Pensioenfondsen moeten hun pensioenregelingen aanpassen aan de nieuwe wet. Maar er zijn ook zaken die al meteen van toepassing zijn. De mogelijkheid om zelf pensioen op te bouwen via lijfrentes is verruimd. Daar kun je nog dit jaar gebruik van maken als je een lijfrente voor het einde van het jaar stort.

Lijfrente

Hoeveel inkomen je hebt als je met pensioen gaat, is afhankelijk van drie componenten. In de eerste plaats krijg je AOW als je de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt. Daarnaast kun je pensioen ontvangen via het pensioenfonds of de pensioenverzekering die via je werkgever is afgesloten. Dat kunnen ook meerdere pensioenen zijn als je meerdere werkgevers hebt gehad. Maar dat pensioen kan ook tegenvallen of zelfs volledig ontbreken. Bijvoorbeeld als je altijd zelfstandige bent geweest of als één of meerdere van je werkgevers geen of beperkte pensioenregeling kende. De derde manier om pensioen inkomen te realiseren is via het zelf regelen van een pensioen via een lijfrente.

De overheid vindt het belangrijk dat mensen een goed pensioeninkomen hebben en daarom kun je fiscaal gunstig sparen of beleggen via een lijfrente. Je mag onder bepaalde voorwaarde het bedrag dat je in een lijfrente steekt aftrekken van je inkomen voor de inkomstenbelasting. Wel is het zo dat je inkomstenbelasting gaat betalen op het moment dat de lijfrente tot uitkering komt als je de AOW-gerechtigde leeftijd hebt bereikt. Door een lijfrente verschuif je in ieder geval belastingbetaling naar de toekomst en in sommige gevallen val je in de toekomst in een lager belastingtarief dan nu.

Jaarruimte

Hoeveel je in een jaar af mag trekken van de inkomstenbelasting als je een lijfrente stort, wordt de jaarruimte genoemd. De berekening van de jaarruimte is afhankelijk van verschillende factoren, bijvoorbeeld je inkomen en hoeveel je pensioen je via de werkgever hebt opgebouwd. Op de site van de Belastingdienst kun je een berekening van de jaarruimtemaken voor jouw persoonlijke situatie.

De jaarruimte berekening is fors verruimd. In de oorspronkelijke berekening over 2023 mocht je 13,3% van het inkomen meetellen en dat is met de nieuwe pensioenwet verhoogd naar 30%. Aan de hand van een voorbeeld laten we zien welke extra ruimte er ontstaat (let op: dit is een vereenvoudigd voorbeeld). Voor de jaarruimte berekening wordt er gekeken naar het inkomen in 2022. In ons voorbeeld was het inkomen in 2022 (zie voor de exacte definitie van inkomen de site van de Belastingdienst) € 55.000,- en deze persoon had een pensioen aangroei bij zijn werkgever in 2022 (factor A genoemd) van € 1.000,-.

Volgens de oude lijfrenteberekening had deze persoon een jaarruimte van ruim € 1.000,-. In de nieuwe berekening stijgt dit naar ruim € 10.000,-. Deze persoon kan voor het einde van 2023 een lijfrente storten van € 10.000,- en dit bedrag bij zijn belastingaangifte over 2023 aftrekken. Deze persoon krijgt dan € 3.693,- terug van de Belastingdienst. Voor bepaalde hogere inkomens is dat bedrag zelfs nog hoger en kan oplopen naar € 4.950,-.

Je moet dat geld natuurlijk wel beschikbaar hebben en je realiseren dat je daar in beginsel niet meer bij kunt komen. Als je een lijfrente afkoopt dan betaal je een hele hoge boete.

Reserveringsruimte

Heb je onvoldoende jaarruimte dan kun je misschien toch een (extra) bedrag aftrekken bij de inkomstenbelasting. Als je de afgelopen jaren je jaarruimte niet hebt gebruikt dan kun je daar alsnog gebruik van maken. Via de zogenaamde reserveringsruimte. Hier gaan we niet dieper op in, behalve dat ook die regeling uitgebreid is onder de nieuwe pensioenwet. In plaats van dat je 7 jaar terug mag kijken, is dat verruimd naar 10 jaar.

Tot slot de laatste verruiming. In het verleden mocht je een lijfrente inleggen tot het moment dat je de AOW-leeftijd bereikte. In de nieuwe pensioenwet is de grens opgeschoven tot 5 jaar na het bereiken van de AOW-leeftijd.