Kosteloos eerste gesprek
100% onafhankelijke financieel advies
We vergelijken ruim 40 geldverstrekkers
Telefonisch, online of op de vestiging

5 misverstanden over de overlijdensrisicoverzekering

Geschreven door: Oscar Noorlag Hypotheekexpert

Overlijdensrisicoverzekeringen zijn geen onderwerp waar mensen graag over praten of over nadenken. In de praktijk zien we dat er behoorlijk wat misverstanden bestaan rond deze verzekering. In dit blog behandelen we vijf misverstanden die wij regelmatig horen.

1. “Een overlijdensrisicoverzekering is duur.”

In de adviespraktijk merken wij dat de meeste klanten hogere kosten voor een overlijdensrisicoverzekering verwachten dan wat de kosten in werkelijkheid zijn. Dankzij de grote concurrentie liggen de premies voor overlijdensrisicoverzekeringen tegenwoordig een stuk lager dan aan het begin van deze eeuw.

Hoe hoog de premie precies uitvalt, is afhankelijk van een groot aantal factoren. We noemen
er een paar: 

  • Hoe hoog moet de uitkering zijn bij overlijden?
  • Wat is de leeftijd van de verzekerde?
  • Rookt de verzekerde?
  • Hoe lang moet de verzekering lopen?

Wil je als 30-jarige niet-roker bijvoorbeeld € 200.000,- verzekeren voor de duur van 30 jaar? Dan ben je rond de € 10,- per maand kwijt. Een 40-jarige niet-roker betaalt rond de € 20,-. Rook je wel, dan betaal je iets minder dan het dubbele aan premie.

2. “Ik hoef geen overlijdensrisicoverzekering. Ik ben nog jong en de kans is klein dat ik binnenkort kom te overlijden.”

Die laatste aanname klopt. Hoe jonger je bent, hoe kleiner de kans is dat je komt te overlijden. De kans dat een 30-jarige overlijdt, is erg klein: in 2022 was die kans 0,048%. Zelfs bij een 60-jarige ligt de gemiddelde overlijdenskans nog ver onder de 1%.

Maar uiteraard gaat het er niet alleen om dat je in een bepaald jaar kunt overlijden; het gaat erom hoe groot de kans is dat je in een bepaalde periode overlijdt; bijvoorbeeld gedurende de looptijd van de hypotheek. Een 30-jarige heeft bijvoorbeeld ongeveer 5% kans dat hij komt te overlijden in de komende 30 jaar. Voor een 20-jarige is de kans dat hij binnen 30 jaar komt te overlijden slechts iets meer dan 2%. Voor een 40-jarige is dat ruim 12% en voor een 50-jarige bijna 32%.

Hoewel de kans relatief klein is, is de financiële impact als je overlijdt wel groot. Daarvoor is verzekeren uitgevonden. Als je de financiële schade niet of niet goed kunt dragen, dan verzeker je dat. Daarbij valt de premie laag uit, omdat je de totale kans dat een bepaald voorval zich voordoet, verdeelt over een grote groep.

3. “Ik kan geen overlijdensrisicoverzekering krijgen, omdat ik een ziekte heb.”

Niet iedereen kan een overlijdensrisicoverzekering krijgen, maar voor de meeste mensen met een ziekte behoort een overlijdensrisicoverzekering wel tot de mogelijkheden. Wel kan er bij ziekte een hogere premie gelden, als de kans op overlijden statistisch gezien hoger is. Verzekeraars doen steeds beter hun best om ook mensen met een medische geschiedenis toegang te geven tot een overlijdensrisicoverzekering.

Zo is afgesproken dat als iemand tien jaar onafgebroken vrij is van kanker verzekeraars dit bij de aanvraag van een overlijdensrisicoverzekering niet langer meewegen. Bij jongeren onder de 21 jaar geldt een termijn van vijf jaar.

4. “Een overlijdensrisicoverzekering is alleen voor woningeigenaren.”

De meeste mensen die een overlijdensrisicoverzekering hebben afgesloten, zijn woningeigenaar. Dat komt doordat potentiële woningeigenaren meestal financieel advies inwinnen over de hypotheek, waarbij ook het risico van overlijden wordt besproken. Veel potentiële woningeigenaren besluiten om een overlijdensrisicoverzekering af te sluiten als ze weten wat de financiële gevolgen zijn van overlijden en inzien hoe weinig het kost om je hiervoor te verzekeren.

Maar vergis je niet: als huurder zijn de risico’s eigenlijk net zo groot. Dat geldt zeker als je in de vrije sector huurt. Als huurder wil je ook dat je partner na jouw eventuele overlijden in de woning kan blijven wonen. Dat wordt waarschijnlijk lastig als een inkomen wegvalt.

5. “Ik heb geen overlijdensrisicoverzekering nodig, omdat ik partnerpensioen heb.”

Om te beginnen is het belangrijk om goed na te kijken of er sprake is van een partnerpensioen. Gehuwden of geregistreerd partners in loondienst die onder een pensioenregeling vallen, hebben automatisch recht op nabestaandenpensioen als dit in hun pensioenregeling staat. Ben je samenwonend, dan is het belangrijk om goed te controleren onder welke voorwaarden het nabestaandenpensioen geldt.

Als er wel een nabestaandenpensioen is, is het belangrijk om na te gaan of dat voldoende dekking biedt voor de achterblijvende partner om alle lasten te kunnen betalen. Woningeigenaren kiezen er vaak voor om toch een aanvullende overlijdensrisicoverzekering af te sluiten. Zeker als er kinderen zijn, is dit vaak verstandig.

Ben je zzp’er? Dan heb je geen nabestaandenpensioen, omdat je geen werkgever hebt. Het is daarom voor zzp’ers extra belangrijk om een overlijdensrisicoverzekering af te sluiten.

Blijf op de hoogte

Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van het laatste (rente)nieuws.