Kosteloos eerste gesprek
100% onafhankelijke financieel advies
We vergelijken ruim 40 geldverstrekkers
Telefonisch, online of op de vestiging

Einde hypotheekrenteaftrek over 6,5 jaar voor oude hypotheken

Geschreven door: Oscar Noorlag Hypotheekexpert

Het nieuwe kabinet, dat deze week wordt beëdigd, heeft al aangegeven tijdens deze kabinetsperiode niet te sleutelen aan de hypotheekrenteaftrek. Wel gaat het kabinet nadenken over manieren om het belastingstelsel en toeslagensysteem te versimpelen en verbeteren.

Overigens zijn er al veel rapporten met als conclusie dat de huidige hypotheekrenteaftrek aangepast moet worden. Reden daarvoor is dat de aftrek niet meer het doel dient waarvoor hij ooit in het leven is geroepen. Maar of en hoe de hypotheekrenteaftrek in de toekomst beperkt wordt, is geheel aan de politiek en is op dit moment niet te voorspellen. We moeten het dus doen met de huidige regels.

Alleen aftrek voor nieuwe hypotheken die je binnen 30 jaar aflost

Een belangrijke regel is dat de hypotheekrente voor nieuw afgesloten hypotheken alleen aftrekbaar is als je die hypotheek binnen maximaal 30 jaar aflost door te kiezen voor een annuïteiten- of lineaire hypotheek. Doordat je aflost, daalt je hypotheekschuld elk jaar en kun je dus (bij een gelijkblijvende hypotheekrente) elk jaar iets minder hypotheekrente aftrekken.

Oude hypotheken aftrekbaar, maar maximaal 30 jaar

De regel dat de hypotheekrente alleen aftrekbaar is voor een annuïteiten- of lineaire hypotheek is ingegaan op 1 januari 2013. Met name oudere huizenbezitters kunnen nog een aflossingsvrije hypotheek hebben die al vóór die datum is afgesloten. Voor hen geldt een overgangsregeling, waarbij de hypotheekrente op deze aflossingsvrije hypotheek nog wel aftrekbaar is. Maar zij moeten wel rekening houden met een andere regel die is ingegaan op 1 januari 2001. Dat is de regel dat de hypotheekrente maximaal 30 jaar aftrekbaar is.

Wie dit als eerste gaan merken? De huizenbezitters die op 1 januari 2001 al een aflossingsvrije hypotheek hadden lopen. Voor hen eindigt de hypotheekrenteaftrek voor het hypotheekdeel dat is afgesloten vóór 2001 op 1 januari 2031. Dat is over 6,5 jaar. Maar ook voor iedereen die in de jaren daarna een aflossingsvrije hypotheek heeft afgesloten, gaat deze maximale termijn van 30 jaar vroeg of laat gelden.

Meestal is het einde van de hypotheekrenteaftrek prima op te vangen

Voor de meeste, veelal wat oudere, huizenbezitters met een aflossingsvrije hypotheek voor wie de hypotheekrenteaftrek eindigt in 2031 is dat geen onoverkomelijk probleem. Het gaat meestal om een relatief kleine aflossingsvrije hypotheek (of hypotheekdeel). Bovendien hebben deze huizenbezitters vaak de afgelopen jaren de rente voor langere tijd tegen een laag percentage vastgezet.

Stel: er is sprake van een aflossingsvrije hypotheek van € 80.000,- en het rentepercentage is 2%. De rente op maandbasis is dan ruim € 133,-; na aftrek is dat € 84,- per maand (zonder rekening te houden met het eigenwoningforfait en de eventuele Wet Hillen, en ervan uitgaande dat iemand nog niet de AOW-leeftijd heeft bereikt). Als die aftrek wegvalt, dan scheelt dat dus € 49,- per maand. Als die persoon al wel de AOW-leeftijd heeft bereikt en een niet al te hoog pensioeninkomen heeft, dan is de aftrek sowieso een stuk lager. De netto maandlast is dan al bijna € 108,-. Het effect van het einde van de hypotheekrenteaftrek is dan nog beperkter; de huizenbezitter loopt dan slechts € 25,- hypotheekrenteaftrek mis.

Soms wel een probleem?

Het eind van de hypotheekrenteaftrek kan soms wel een probleem zijn. Dat geldt bijvoorbeeld als je een grote aflossingsvrije hypotheek hebt. Ook kan het een probleem zijn als je een hoge rente hebt of als je een hoge rente krijgt bij een renteherziening in de toekomst (dat kun je nu nog niet weten, want we weten niet hoe de rente zich in de toekomst ontwikkelt).

Verder kan het problematisch zijn als je inkomen een stuk lager wordt, bijvoorbeeld doordat je met pensioen gaat.

Een voorbeeld:

Stel je hebt een aflossingsvrije hypotheek van € 200.000,- met een rente van 4,5%. Dan is je bruto maandlast € 750,- en je netto maandlast € 473,- (exclusief eigenwoningforfait en de Wet Hillen). Als je renteaftrek eindigt op 1 januari 2031, dan gaat je netto maandlast omhoog met € 277,-. De netto maandlast (nog exclusief de bijtelling voor het eigenwoningforfait) wordt dan € 750,-. Dat zal voor sommige consumenten een stuk lastiger op te brengen zijn. Dat geldt zeker als het samenvalt met een lager pensioeninkomen, bijvoorbeeld alleen een AOW-inkomen.