Kosteloos eerste gesprek
100% onafhankelijke financieel advies
We vergelijken ruim 40 geldverstrekkers
Telefonisch, online of op de vestiging

Hoofdlijnenakkoord: Wat is de impact op de woningmarkt?

Geschreven door: Oscar Noorlag Hypotheekexpert

PVV, VVD, NSC en BBB zijn er uiteindelijk toch uitgekomen. Er ligt een hoofdlijnenakkoord 2024-2028. Wij belichten de belangrijkste elementen op het gebied van wonen en inkomen.

Wonen

In het hoofdlijnenakkoord wordt het terugdringen van het woningtekort een topprioriteit. In het akkoord worden een boel redenen genoemd waarom het realiseren van voldoende woningen onder druk staat: de dubbele vergrijzing, gemiddeld kleinere huishoudens, migratie, krapte op de arbeidsmarkt, stijgende bouw- en grondprijzen, renteontwikkelingen, ingewikkelde en lange bouwprocedures, gebrek aan en inefficiënt gebruik van beschikbare ruimte en fiscale regelingen die averechts werken.

Een boel elementen die de huidige minister de Jonge zal herkennen en waarvan de meeste niet 1-2-3 oplosbaar zijn. De doelstelling blijft gelijk aan die van het huidige kabinet: structureel 100.000 woningen per jaar erbij bouwen. Als eerste stap willen de vier partijen een Woontop organiseren, waarbij rijksoverheid, pensioenfondsen woningcorporaties, sociale partners, gemeenten en provincies afdwingbare afspraken maken om de woningbouw structureel te verhogen.

Maatregelen koopwoningmarkt

Enkele maatregelen die de koopwoningmarkt kunnen helpen, zijn:

  • De bestaande woningvoorraad moet beter benut worden. Dit kan door het makkelijker maken van een herbestemming van kantoor- en bedrijfspanden, het optoppen of splitsen van woningen, familie-wonen, woningdelen en gedogen dat recreatiewoningen permanent bewoond mogen worden.

    Onze visie: heel goed om meer mogelijk te maken met bestaande panden. Maar het gaat niet alleen om juridische mogelijkheden. Stimuleer ook geldverstrekkers om bepaalde zaken mogelijk te maken. Denk aan met meerdere mensen, ook zonder een relatie, een woning te kunnen kopen (woningdelen), de financiering van een kangoeroewoning, het financieren van een recreatiewoning. Ook zorgen bepaalde regels van de overheid ervoor dat het delen van een woning niet gemakkelijk is als je geen relatie met elkaar hebt. Je wordt nu elkaars fiscaal partner en bij bepaalde uitkeringen word je nu gekort. Bijvoorbeeld twee of meer AOW’ers die besluiten om samen te gaan wonen, zonder een affectieve relatie aan te gaan. Laat staan dat daar echt geschikte woningen voor zijn, met een juiste combinatie van privé en gezamenlijke ruimtes.
  • De bouw van nieuwe woningen wordt versneld. De partijen pleiten voor ‘een straatje erbij’, binnenstedelijk en buitenstedelijk. Naast de bestaande woondeals nieuwe gebieden aanwijzen voor grootschalige nieuwbouw. Lagere overheden mogen een belasting invoeren op ongebouwde grond met een woonfunctie. Het versnellen van procedures door onder andere het beperken van beroepsmogelijkheden. Het wegnemen van juridische en financiële belemmeringen voor een nieuwe derde sector: coöperatief wonen.

    Onze visie: Het invoeren van een belastingmaatregel op niet benutte woningbouwgrond lijkt ons een goede maatregel om speculanten tegen te gaan en leidt er hopelijk toe dat grondeigenaren eerder bereid zijn om tot de ontwikkeling van woningbouw over te gaan. Tegen het versnellen van procedures kan niemand tegen zijn. Nu alleen nog dit daadwerkelijk realiseren in de praktijk. Tot slot vinden wij het een hele goede zaak dat coöperatief wonen gestimuleerd gaat worden.
  • Van nieuwbouw moet gemiddeld minimaal 30% sociale huur zijn en twee derde van de nieuwbouwwoningen moet betaalbaar zijn voor middeninkomens.

    Onze visie: dat klinkt allemaal heel vriendelijk, maar de vraag is of het ook wenselijk is. Een minimale percentage aan sociale huur dat gebouwd moet worden is heel rigide en hoeft niet aan te sluiten bij de specifieke situatie in een bepaalde gemeente. Het kan ook betekenen dat bepaalde woningprojecten daardoor financieel niet haalbaar zijn en daarom niet doorgaan. Ook bij de eis dat twee derde van de woning betaalbaar moet zijn voor middeninkomens klinkt rigide en zorgt er waarschijnlijk voor dat er vooral woningen aan de onderkant van de markt gebouwd gaan worden. Je zou veel meer moeten kijken naar de behoefte en dan niet alleen die van starters. Als je bijvoorbeeld iets duurdere woningen/appartementen voor ouderen bouwt, is de kans groot dat de broodnodige doorstroming op gang komt, waardoor er ook betaalbare woningen voor de middenklasse beschikbaar komen. Er is grote behoefte aan passende woningen voor ouderen en die behoefte zal de komende decennia alleen maar groeien. Gelukkig staat er in het akkoord dan ook dat bij de lokale programmering van koopwoningen er rekening moet worden gehouden met voldoende woningen voor ouderen.

Minder migranten, minder druk op woningmarkt

Een belangrijk doel van de partijen is om middels via verschillende maatregelen de immigratie terug te dringen en zo ook de druk op de woningmarkt te verminderen. Eén van die maatregelen is om een verbod in te stellen op het geven van voorrang bij de toewijzing van sociale huurwoningen aan statushouders. Enkele andere maatregelen hebben tot doel het terugdringen van het aantal internationale studenten. Voor de huisvesting van arbeidsmigranten wordt meer ruimte geboden voor huisvesting op het eigen terrein van de werkgever.

Inkomen

Voor woningeigenaren zijn de volgende maatregelen van belang:

  • De fiscale positie van de eigen woning wordt niet gewijzigd. Dit betekent dat er geen wijzigingen plaatsvinden ten aanzien van de hypotheekrenteaftrek en het eigenwoningforfait.

    Onze visie: op basis van de verkiezingsprogramma’s zat het er al aan te komen dat er waarschijnlijk niks zou veranderen op het gebied van de hypotheekrenteaftrek. Al gaan ze wel voorbereidingen treffen voor een herziening van het belastingstelsel, waarbij het er niet op lijkt dat die dan nog binnen de nieuwe kabinetsperiode van vier jaar ingevoerd gaat worden.
  • De gemeentelijke woonlasten (OZB) mogen met slechts een gemaximeerd percentage stijgen.

    Onze visie: Het is goed dat de stijging van de gemeentelijke woonlasten aan banden wordt gelegd, omdat steeds vaker de gaten in de budgetten van gemeenten deels gedekt werden door een verhoging van de onroerendzaakbelasting. Maar in het akkoord wordt dan weer niet gerept hoe gemeenten hun begroting op orde kunnen houden, met al de taken die ze de afgelopen jaren erbij hebben gekregen.
  • Er wordt gekeken of huurders van een sociale huurwoning het recht krijgen om die woning te kopen (sociale koop).

    Onze visie: klinkt vriendelijk, maar wat betekent dit voor de sociaal verhuurder?
  • Er komt geen verplichte labelsprong voor koopwoningen. Een verplichte labelsprong houdt in dat je verplicht wordt om bij de aankoop van een woning met bijvoorbeeld een energielabel E, om die minimaal te verduurzamen naar energielabel C binnen een periode van bijvoorbeeld twee jaar.

    Onze visie: het is goed dat er geen verplichting komt vanuit de overheid. De vraag is wel hoe het staat met de financierbaarheid van een woning met een laag energielabel. De eerste geldverstrekkers financieren al geen woningen meer met een D of lager energielabel als je niet beloofd om een labelspring te maken. De kans is redelijk groot dat de komende jaren meer geldverstrekkers zullen volgen. Sowieso zitten er voor een huizenbezitter sowieso een groot aantal voordelen om hun woning te verduurzamen en daarmee een beter energielabel te krijgen: lagere energierekening, hogere waarde woning en meer wooncomfort.
  • De verplichting om vanaf 2026 bij het vervangen van de verwarmingsketel over te stappen naar een warmtepomp vervalt.

    Onze visie: terecht dat deze verplichting vervalt. Het moet wel rendabel zijn voor een huizenbezitter en 2026 is al heel erg snel. Er zijn in de toekomst misschien wel meer alternatieven beschikbaar die beter aansluiten bij de huizenbezitter.

Naast maatregelen op het gebied van de eigen woning, willen we tot slot nog de volgende maatregel noemen:

  • Het eigen risico in de zorg wordt meer dan gehalveerd tot het niveau van € 165,- in 2027.

    Onze visie: dit is slechts één kant van de medaille. De zorgkosten moeten uiteindelijk wel betaald worden, waardoor de zorgpremie omhoog zal gaan.