Kosteloos eerste gesprek
100% onafhankelijke financieel advies
We vergelijken ruim 40 geldverstrekkers
Telefonisch, online of op de vestiging

Mei

Nieuws, Blogs, Vlogs

Toon

Apk voor je woning: wat houdt dat in en waar wordt je huis op gecheckt?

30 mei 2024

De apk-check voor de auto kennen we wel. Maar heb je al eens gehoord van een apk voor je woning? Bij deze apk-check laat je je huis inspecteren op allerlei belangrijke aspecten. Denk aan de veiligheid van de woning, de staat van de cv-ketel en de kozijnen en fundering. Zo voorkom je achterstallig onderhoud, hoge kosten of onveilige situaties. En zo heb je nog langer woonplezier van je huis. Wat is zo’n apk voor je woning precies en waar let de deskundige op bij deze keuring?

Wat is een apk-check van je woning?

Een apk van je woning is een bouwkundige keuring waarbij een bouwkundig inspecteur mogelijke gebreken opspoort. Zo’n keuring is handig als je een nieuwe woning koopt en wilt weten wat de bouwkundige staat ervan is. Maar een apk van je woning is ook aan te raden als je ergens al een tijdje woont. Dan weet je hoe je huis er bouwkundig gezien op dit moment voor staat.

Waarom een apk van je woning handig is?

Met een apk van je woning voorkom je dat gebreken erger worden en dat je daardoor voor hoge kosten komt te staan. Ook loop je dankzij een apk van je huis geen onnodige veiligheidsrisico’s. Je weet precies wat je eventueel moet vervangen of repareren, zodat je veilig en fijn kunt blijven wonen.

De apk van een woning geeft je inzicht in de bouwkundige staat van de woning. Je ontdekt bijvoorbeeld mogelijke gebreken of achterstallig onderhoud. Ook krijg je vaak een indicatie van de kosten daarvoor. Daarbij maakt de bouwkundig inspecteur onderscheid tussen directe kosten, kosten op termijn en niet-noodzakelijke kosten om eventueel je huis te verbeteren.

  • Als jeeen nieuwe woning gaat kopen, helpt de apk van de woning je om niet achteraf voor onverwachte kosten te staan. Je weet precies wat er aan de woning moet gebeuren. De kosteninschatting kun je in je aankoopbeslissing of in de onderhandelingen meenemen.
  • Als je al een koophuis hebt, dan helpt de apk je om het benodigde onderhoud uit te voeren en gebreken of onveilige situaties op tijd te ontdekken.

Daarnaast is een bouwkundige keuring soms nodig als je een huis erft of als je van plan bent om je huis te verkopen.

Wat wordt onderzocht bij de apk-check van een woning?

Een goede bouwkundig inspecteur neemt bij de apk van een woning alle belangrijke punten mee. Je kunt daarbij denken aan de volgende punten.

De fundering en kruipruimte

Als je een huis met verdiepingen of op de begane grond hebt, dan is het heel belangrijk dat de fundering goed is. Dit is de draagconstructie onder je woning. Deze zorgt ervoor dat je huis rechtop blijft staan. Een bouwkundig specialist controleert of de fundering nog in orde is.

Als je fundering vervangen moet worden, is dat vaak een kostenpost van tienduizenden euro’s. Daarom is het fijn dat iemand deze check voor je doet. Wanneer je een nieuwe woning koopt, kan een slechte of rotte fundering een dealbreaker zijn om het huis te kopen.

Ook zal de bouwkundig inspecteur de kruipruimte van je woning checken. Staat daar bijvoorbeeld water in? Is het leidingwerk in de kruipruimte goed aangelegd?

Vloeren, muren, metselwerk en voegwerk

Zijn de vloeren en muren nog op orde of moet hier iets mee gebeuren? Is het belangrijk dat voegwerk wordt gerepareerd (bijvoorbeeld om tocht te voorkomen)? Ook dat laat de bouwkundige specialist je weten na de apk van je woning.

Het dak, de goten en de schoorsteen

Zijn er lekkages op zolder? Dan komt dat negen van de tien keer door een lek dak. Een bouwkundig inspecteur kijkt dan ook altijd uitgebreid naar de staat van het dak. Deze specialist inspecteert bijvoorbeeld de dakpannen, de dakgoten, de schoorsteen en de daknokken.

Veiligheidskeuring woning

Ten eerste kijkt de bouwkundig inspecteur naar je gas-, elektriciteits- en waterinstallaties. Deze moet je regelmatig laten controleren, omdat ze gevoelig zijn voor achterstallig onderhoud. Daarmee voorkom je bijvoorbeeld legionellagevaar of zelfs een gaslekkage of koolstofmonoxidevergiftiging. Gelukkig zijn dat geen dingen die vaak voorkomen. Maar het is wel goed om er regelmatig op te laten checken.

Bij de elektrische installatie kijkt de bouwkundig specialist onder andere naar de gebruikte elektramaterialen, de aardlekbeveiliging en de elektriciteitstoepassingen in de badkamer, keuken en het toilet (vochtige ruimtes).

Ventilatie

Bij een apk-check van je woning bekijkt de installateur ook de ventilatie in je huis. Is je woning goed geventileerd? Als dat niet het geval is, kan er schimmel ontstaan. En wanneer de ventilatie niet op orde is in een ruimte met een verbrandingsinstallatie, dan kan het zelfs gevaarlijke situaties opleveren.

Cv-installatie

Een cv-ketel gaat gemiddeld zo’n 15 jaar mee. Als je deze regelmatig laat onderhouden, verbetert dat de levensduur. Een bouwkundig inspecteur kan de cv-ketel voor je checken. Werkt deze nog goed? Is er onderhoud nodig?

Heb je een hybride of gewone warmtepomp? Dan zal de inspecteur ook daarnaar kijken.

Staat van kozijnen, puien, ramen en deuren

Zijn de kozijnen nog goed? Houden ramen en deuren de kou en warmte goed buiten? Of zit er misschien een lek in? Ook dat kan de inspecteur voor je checken.

Onderhoudsstaat van andere onderdelen

Verder checkt de inspecteur de onderhoudsstaat van onder andere je keuken, badkamer, toilet en andere ruimtes. Als je al in het huis woont, zal dit meestal niet tot verrassingen leiden. Maar als je de keuring laat uitvoeren bij een huis dat je misschien wilt kopen, is het wel fijn dat diegene hiernaar kijkt.

Meterkast keuren

Verder zal een bouwkundig inspecteur vluchtig je meterkast keuren. Ziet die er goed en veilig uit? Soms is een uitbreiding van de groepen nodig, bijvoorbeeld als je zonnepanelen hebt laten plaatsen. Vaak zal de zonnepaneleninstallateur je dit al laten weten. Maar mocht dit niet op orde zijn, dan kan de bouwkundig inspecteur het je ook laten weten.

Verduurzamingsopties

Soms kun je de bouwkundig specialist ook vragen om tips voor verduurzaming van je woning. Het verschilt namelijk per huis bij welke verduurzamende maatregelen je het meeste baat hebt. Soms kan een bouwkundig specialist je hier inzicht in geven.

Keuringsrapport na afloop

Bouwkundig specialisten controleren je woning altijd met een uitgebreide checklist. Na afloop ontvang je een keuringsrapport. Daarin staat alle informatie over de technische staat en onderhoudsstaat van je huis. Ook vind je in dit rapport de aandachtspunten en de verwachte kosten daarvoor.

Vaak vult de bouwkundig specialist de tekst aan met foto’s van (details in) het huis. Zo kun je nog beter zien waar de specialist het over heeft.

Wat kun je vervolgens met de apk van je woning doen?

Bijna altijd komen er op z’n minst een paar kleine aandachtspunten uit de apk van je woning. Kijk goed welke aandachtspunten direct om actie vragen en wat de kosten op termijn (binnen 5 jaar) zijn. Dan kun je zelf beslissen wat je nu laat doen en wat later kan. Schakel de juiste professionals in om je huis op deze punten weer in de juiste staat te brengen.

Heb je de apk van de woning laten doen omdat je mogelijk dit huis wilt kopen? Dan kun je de verwachte kosten meenemen in je aankoopbeslissing. Vaak laat je de keuring uitvoeren nadat je een bod onder voorbehoud van bouwkundige keuring hebt gedaan. Vallen de kosten hoger uit dan het opgegeven bedrag? Dan mag je van de koop afzien zonder boete. Een andere optie is om in gesprek te gaan met de verkoper en te onderhandelen over de prijs. Wie weet willen zij je tegemoetkomen.

Leencertificaat maakt je bod op een huis aantrekkelijker – hoe zit dat?

30 mei 2024

Veel woningkopers brengen een bod uit onder voorbehoud van financiering. Voor de verkoper geeft dat wel een klein risico. Wat als de financiering niet lukt? Maar je kunt je bod met financieringsvoorbehoud aantrekkelijker maken. Met een leencertificaat laat je aan de verkoper zien dat jij voldoende kunt lenen om het geboden bedrag te betalen. Dat geeft de verkoper meer zekerheid én geeft jou meer kans op de woning. Hoe werkt het leencertificaat precies?

Wat is een leencertificaat?

Een leencertificaat is een verklaring van de hypotheekadviseur waarin staat dat jij voldoende middelen hebt om een woning voor dit bedrag te kopen. Daarbij gaat de hypotheekadviseur uit van je maximale hypotheek én het eigen geld dat je (eventueel in de vorm van een ontvangen schenking of overwaarde) inbrengt. Dit certificaat kun je naar de verkoper meesturen met je bod. De verkoper heeft dan meer zekerheid dat de koop kan doorgaan, ook als je een voorbehoud van financiering opneemt bij je bod.

Als je een nieuwbouwhuis koopt, is een leencertificaat soms verplicht. Bij bestaande woningen is het certificaat niet verplicht, maar is het wel verstandig om er één aan te vragen. Zo vergroot je je kansen op een huis.

Overigens wordt een leencertificaat ook weleens anders genoemd. Veelgebruikte synoniemen zijn ‘bewijs van leencapaciteit’, ‘hypotheekverklaring’, ‘biedcertificaat en ‘oriëntatiecertificaat’.

Hoe kun je een leencertificaat krijgen?

De meeste hypotheekadviseurs kunnen een leencertificaat voor je maken. Zo kun je bij alle adviseurs van Van Bruggen Adviesgroep zo’n certificaat aanvragen. Onze adviseurs kunnen het leencertificaat gratis voor je opstellen.

Om een leencertificaat te krijgen, bespreek je eerst jouw persoonlijke en financiële situatie met de hypotheekadviseur. Diegene berekent dan jouw maximale hypotheek. Door daar je eigen vermogen en een eventuele Starterslening of schenking bij op te tellen, bepaalt de hypotheekadviseur hoeveel jij maximaal aan een huis kunt uitgeven. Ook lever je hiervoor een aantal documenten aan, zoals een loonstrook, een overzicht van eventuele leningen, je pensioenoverzicht en afschriften van je bankrekening. Met al die informatie kan de hypotheekadviseur een leencertificaat voor je maken.

Bij Van Bruggen Adviesgroep is het eerste gesprek over jouw maximale hypotheek altijd gratis en vrijblijvend. Je zit nergens aan vast, maar weet wel direct wat jouw budget is voor een huis.

Vraag een oriëntatiegesprek aan

Wat kost een leencertificaat?

Bij de meeste hypotheekadviseurs is een leencertificaat gratis aan te vragen. Alleen SNS rekent hiervoor een bedrag. Bij Van Bruggen Adviesgroep kost een bewijs van leencapaciteit je niets.

Hoe kun je bieden met een leencertificaat?

Als je gaat bieden op een huis, dan raden wij bijna altijd aan om een bod onder voorbehoud van financiering te doen. Als je dat niet doet en de financiering toch niet rondkomt, dan zit je namelijk aan een forse boete vast. Die is vaak wel 10% van de koopsom. Bij het financieringsvoorbehoud kun je dus een leencertificaat toevoegen. Dat zet je in de bijlage van je e-mail. Verwijs daar ook naar in je e-mailtekst. Met het certificaat geef je aan de verkoper aan dat de kans groot is dat jouw financiering rondkomt. Veel verkopers nemen je bod daardoor serieuzer.

Breng jij veel eigen geld in en hoef je dus niet het hele bedrag met hypotheek te financieren? Dan is het ook nuttig om in je bod te vermelden dat je financieringsbehoud maar tot een bepaald bedrag geldt.

Voorbeeld

Stel: jij biedt € 450.000,- op een woning. Je kunt € 80.000,- aan eigen spaargeld inbrengen en financiert de rest van het bedrag met hypotheek. Dan kun je aangeven dat je biedt met een voorbehoud van financiering tot € 370.000,- (€ 450.000,- min € 80.000,-).

Houd er wel rekening mee dat je ook spaargeld nodig hebt om de kosten koper, een eventuele verbouwing en het interieur van te betalen. Dus je kunt niet al je eigen geld in de aankoop van het huis steken.

Let op: twee aandachtspunten

Een leencertificaat geeft geen garantie dat de woningaankoop doorgaat. Er zijn in ieder geval twee dingen belangrijk om rekening mee te houden.

1. Gebruik een leencertificaat niet te lang

Een leencertificaat laat zien wat jij op dat moment kunt besteden aan een woning. Houd er rekening mee dat dit bedrag kan veranderen als de tijd verstrijkt. Als de rentes stijgen, valt je maximale hypotheek mogelijk lager uit. Daarom is het handig om na een tijdje een nieuw leencertificaat te laten opstellen, zeker als de renteontwikkelingen snel gaan. Vaak is een leencertificaat 3 maanden geldig.

2. De waarde van het huis telt ook mee

Jouw maximale hypotheek verschilt per huis. Door de nieuwe leennormen kun je bijvoorbeeld meer lenen voor een huis met een hoog energielabel dan voor een huis met een laag energielabel. Ook kun je in principe niet méér dan 100% van de woningwaarde lenen. Dus als het huis lager getaxeerd wordt dan gedacht, valt je maximale hypotheek mogelijk lager uit.

Oftewel: een maximale-hypotheek-berekening is altijd maatwerk. Het is dan ook altijd slim om contact op te nemen met je hypotheekadviseur voordat je een bod uitbrengt. Dan weet je zeker dat dit bod binnen jouw financiële mogelijkheden past én kun je een leencertificaat aanvragen voor deze specifieke woning.

Meer weten over jouw hypotheekopties?

Wil je weten hoeveel jij precies kunt lenen voor een woning? En ben je benieuwd in welke prijsklasse jij dus naar huizen kunt kijken? Vraag een oriëntatiegesprek aan met een Van Bruggen-adviseur bij jou in de buurt. Die helpt je graag verder.

Maak een afspraak

Eerst kopen of eerst verkopen?

27 mei 2024

Wie een ander huis wil kopen, staat voor deze keuze: eerst een ander huis kopen of eerst je huidige woning verkopen? Beide opties hebben voor- en nadelen. We zetten de belangrijkste overwegingen op een rij. Als je een nieuwbouwwoning koopt, is deze keuze misschien nog wel belangrijker. De periode tussen de aankoop van een nieuwbouwwoning en de verkoop van een bestaande woning kan namelijk lang zijn.

1. Wat gaan de huizenprijzen doen?

Bij dalende huizenprijzen zien we dat huizenbezitters die een andere woning willen kopenvanuit financieel oogpunt vaak liever eerst de huidige woning verkopen en daarna pas een ander huis kopen. In een markt met stijgende huizenprijzen zien we juist het omgekeerde. De huizenbezitter koopt dan liever eerst de nieuwe woning en verkoopt daarna pas zijn huidige woning, om nog even te profiteren van de stijgende trend. Het lastige is dat je natuurlijk nooit zeker weet wat de huizenprijzen de komende tijd gaan doen.

2. Beschikbaarheid van woningen

In de huidige krappe woningmarkt zien we dat veel huizenbezitters ervoor kiezen om eerst een nieuwe woning te vinden, voordat ze hun eigen woning in de verkoop zetten. De reden is dat ze bang zijn misschien geen geschikte andere woning te vinden als ze eerst hun eigen woning verkopen. We zien dat dit een grote belemmering is voor de doorstroming op de woningmarkt.

3. (On)zekerheid over de hoogte van de overwaarde

De meeste huizenbezitters hebben overwaarde op hun woning. Maar je weet pas exact hoeveel overwaarde je hebt zodra je de woning hebt verkocht. Als je een koopcontract voor de verkoop van je woning hebt getekend en de ontbindende voorwaarden voor de koper zijn verstreken, dan mag je bij de meeste geldverstrekkers voor de overwaarde uitgaan van het verschil tussen de verkoopwaarde, eventueel min de verkoopkosten, en de lopende hypotheek. Is je woning nog niet verkocht, dan is er onzekerheid over de overwaarde. De overwaarde kan ook nog eens beïnvloed worden door een stijging of daling van de huizenprijzen.

4. Tijdelijk twee woningen of tijdelijk elders wonen?

Het lukt meestal niet om de koop van de nieuwe woning en de verkoop van de bestaande woning op dezelfde dag bij de notaris te laten plaatsvinden. Dat betekent dat je of tijdelijk met twee woningen zit of tijdelijk elders moet wonen. In beide gevallen brengt het kosten met zich mee.

Heb je twee woningen? Dan betaal je over beide woningen hypotheekkosten en betaal je daarnaast waarschijnlijk voor een overbruggingshypotheek. Verkoop je je huidige woning voordat je de nieuwe woning kunt betrekken? Dan moet je tijdelijk een andere woning huren en mogelijk een deel van je spullen opslaan. Ook dan heb je dubbele kosten. Je hebt niet meer de kosten voor de hypotheek op de oude woning, maar wel de huur van de tijdelijke woning en de hypotheekkosten voor de nieuwe woning.

5. Bekijk onder welke voorwaarden je de lage hypotheekrente kunt meenemen

Veel huizenbezitters hebben op dit moment voor hun bestaande hypotheek een lage rente. Als die rente nog langere tijd vaststaat, dan kan het fijn zijn als je de huidige rente kunt meenemen naar de hypotheek voor de volgende woning. Ga wel goed na welke voorwaarden je geldverstrekker stelt om de lage rente te kunnen meenemen.

6. Onzeker wat de rentes gaan doen?

Tot nu toe bewegen de hypotheekrentes heel weinig in 2024. Maar renteontwikkelingen in het verleden bieden geen garantie voor de toekomst. Rentes kunnen in de toekomst dalen, waardoor het gunstig kan uitpakken als je eerst je huidige woning verkoopt en pas daarna een ander huis koopt. Als de rentes stijgen, dan had je beter eerst kunnen kopen en pas later verkopen.

Extreem rustig bij de hypotheekrentes

27 mei 2024

Het blijft enorm rustig bij de hypotheekrentes. Er zijn heel weinig wijzigingen en de gemiddelde hypotheekrentes zijn dan ook nagenoeg gelijk aan de week ervoor.

Er zijn enkele zaken die belangrijk zijn voor de ontwikkeling van de rentes in de komende tijd. In de eerste plaats is het belangrijk wat de voorlopige inflatiecijfers over mei laten zien. Stokt de daling van de inflatie in de eurozone of zet die toch verder door?

De inflatiecijfers zullen ook van belang zijn voor het rentebesluit van de Europese Centrale Bank (ECB) begin juni. Maar algemeen is de verwachting dat de ECB haar rente gaat verlagen in juni. Belangrijker is wat ze zeggen over eventuele verdere verlagingen in 2024. De verwachting bij de meeste beleggers is dat er niet meteen nog een extra verlaging in juli achteraan komt.

En dan is er nog de Fed, de centrale bank van de Verenigde Staten. Beleggers gaan er vanuit dat er geen renteverlaging in juni komt. De grote vraag blijft wanneer de Fed wel gaat verlagen en hoeveel renteverlagingen zij in 2024 nog gaan doorvoeren. Daar krijgen we misschien in juni wel meer signalen over.

Laagste, hoogste en gemiddelde hypotheekrentes

Renteverschil geldverstrekker met nhg en zonder nhg

Gemiddelde renteontwikkeling mei 2023 - mei 2024

5 aandachtspunten bij nieuwbouw

27 mei 2024

We zagen in het eerste kwartaal het aantal verkopen van nieuwbouw aantrekken; tegelijkertijd zien we het aanbod van nieuwbouwwoningen krimpen. Overweeg jij een nieuwbouwwoning te kopen. Dan zijn dit 5 dingen om rekening mee te houden.

1. Nieuwbouw is energiezuinig, dus mag je meer lenen

Het mooie van nieuwbouw ten opzichte van bestaande bouw is dat de woning moet voldoen aan bepaalde eisen qua energiezuinigheid. Dat betekent dat je energierekening laag is als je voor een nieuwbouwhuis kiest.

Beter energielabel = meer lenen

Dat is fijn om te weten, omdat je bij je woonlasten niet alleen naar de hypotheeklasten moet kijken, maar ook naar de energierekening. Overigens is er nog een kostenpost waar je tijdens de beginjaren minder voor hoeft te reserveren dan bij een bestaande woning: de onderhoudskosten.

Omdat je energielasten bij nieuwbouw veel lager zijn, mag je bij eenzelfde inkomen voor de aankoop van een nieuwbouwwoning meer lenen dan voor een bestaande woning met een lager energielabel. Hoeveel je extra kunt lenen, hangt af van je energielabel. Dit loopt al snel op tot € 20.000,- à
€ 50.000,- extra in vergelijking met de aankoop van een woning met een E-, F- of G-label.   

2. Geen overdrachtsbelasting, maar wel bouwrente

Bij de aankoop van een nieuwbouwwoning hoef je geen overdrachtsbelasting te betalen. Dit scheelt 2% van de aankoopsom.

Waar je bij een nieuwbouwwoning wel rekening mee moet houden, is dat je gedurende de bouw dubbele lasten hebt. Een nieuwbouwwoning moet tenslotte gebouwd worden. Dat betekent dat je eerst de grond moet betalen en daarna verschillende bouwtermijnen, afhankelijk van hoe ver de bouw gevorderd is.

Hoe werkt dat in combinatie met de hypotheek? Je sluit bij de koop meteen een hypotheek af. Daarover betaal je dus vanaf het begin rente. Maar bij aanvang is slechts een deel van de hypotheek nodig om de grond te betalen; de rest van het geld zit in een bouwdepot. Over het bedrag in het bouwdepot ontvang je rente. Hoe verder je in het bouwproces komt, hoe meer rente je per saldo gaat betalen. Een onzekere factor daarbij is hoe lang de bouw gaat duren. Hoe langer de bouwperiode duurt, hoe hoger het bedrag is dat je aan bouwrente moet betalen.

3. Overbrugging nodig als je overwaarde hebt op je huidige woning

Heb je overwaarde op je huidige woning en wil je die gebruiken om je hypotheek op de nieuwbouwwoning te verlagen? Dan heb je een overbruggingshypotheek nodig.

Als je de woning op papier nog niet verkocht hebt aan een andere koper, dan weet je nog niet zeker tegen welke prijs de woning uiteindelijk verkocht wordt. Dus weet je ook niet hoeveel overwaarde er precies in de woning zit. Geldverstrekkers rekenen daarom vaak met 90% van de verwachte verkoopwaarde om de hoogte van de overbruggingshypotheek te bepalen.

Je kunt de overwaarde beter te laag inschatten dan te hoog. Het is namelijk makkelijker om achteraf bij de verkoop een extra bedrag op je nieuwe hypotheek af te lossen dan om verplicht een extra hypotheek af te sluiten, omdat je geld te kort komt.

Houd er rekening mee dat je gedurende de bouw van de nieuwbouwwoning met driedubbele lasten te maken hebt, namelijk:

  1. de kosten voor de hypotheek voor je bestaande woning
  2. de kosten voor je nieuwe hypotheek voor de nieuwbouwwoning
  3. de kosten voor het overbruggingskrediet

4. Begroot ruim voor de keuken, badkamer, vloer, enzovoorts

Vaak heb je de keuze of je de keuken of badkamer opgeleverd wilt krijgen door de aannemer of dat je die zelf laat plaatsen. Houd er in dat laatste geval, maar ook voor bijvoorbeeld de kosten voor de vloer, rekening mee dat de kosten kunnen oplopen zolang je geen overeenkomst met een leverancier hebt getekend. We zagen bijvoorbeeld dat de prijzen voor keukens, badkamers en ook voor hout in 2022 fors stegen als gevolg van de inflatie. Zorg er dus voor dat je ruim begroot. Dat geldt ook voor de tuin.

5. Zit de verwarmingsinstallatie in de koopsom?

Controleer goed of een verwarmingsinstallatie deel uitmaakt van de koopsom. Vereniging Eigen Huis constateerde eerder dit jaar dat je bij nieuwbouw steeds vaker de verwarmingsinstallatie óf zelf moet aanschaffen na de oplevering óf apart moet leasen. De koopsom van de nieuwbouwwoning wordt zo kunstmatig lager gehouden. Maar uiteindelijk krijg je dan alsnog met hoge kosten voor een verwarmingsinstallatie te maken.

Vakantiegeld gebruiken voor extra aflossen of verduurzaming

21 mei 2024

Veel mensen krijgen in mei vakantiegeld. Je kunt dit geld uitgeven aan een vakantie, maar we noemen ook graag een paar alternatieve bestedingsdoelen.

Aflossen

Regelmatig vragen mensen of het verstandig is om af te lossen op de hypotheek. Het antwoord is ‘Ja’. Geen hypotheek hebben is altijd goedkoper dan wel een hypotheek. Door af te lossen, ga je minder rente betalen en mogelijk ook minder aflossing. Je besparing is afhankelijk van de hypotheekrente die je betaalt.

Door af te lossen, bouw je ook aan je pensioenvoorziening. Als je nu extra aflost, heb je ook in de toekomst een lagere hypotheek, waardoor je maandelijks meer overhoudt. Dat is zeker fijn als je met pensioen gaat en je pensioeninkomen lager uitvalt dan je huidige inkomen uit loondienst of als zzp’er. Verwacht geen wonderen van een hypotheekaflossing van een paar duizend euro. Je hypotheeklasten gaan dan met slechts een paar euro naar beneden. Maar doe je dit regelmatig, dan zet dit uiteindelijk wel zoden aan de dijk.

Wel is ons advies om altijd te zorgen voor een goede spaarbuffer voordat je besluit om af te lossen. Heb je eenmaal afgelost, dan is het lastiger en duurder om dit later weer op te nemen. Heb je een persoonlijke lening? Dan betaal je daarvoor meestal een hogere rente dan voor een hypotheek. Ons advies is om dan af te lossen op de lening in plaats van de hypotheek.

Verduurzamen

Een andere optie is om je vakantiegeld te gebruiken om te verduurzamen. Op welke manieren je kunt verduurzamen, is afhankelijk van je woning. Er zijn veel verschillende kleine en grote maatregelen mogelijk. Verduurzaming is zeker een mooie investering van je vakantiegeld, die je in de toekomst geld oplevert. Heb je bijvoorbeeld nog geen zonnepanelen? Dan kun je met je vakantiegeld in combinatie met spaargeld je energierekening omlaag brengen.

Hoofdlijnenakkoord: Wat is de impact op de woningmarkt?

21 mei 2024

PVV, VVD, NSC en BBB zijn er uiteindelijk toch uitgekomen. Er ligt een hoofdlijnenakkoord 2024-2028. Wij belichten de belangrijkste elementen op het gebied van wonen en inkomen.

Wonen

In het hoofdlijnenakkoord wordt het terugdringen van het woningtekort een topprioriteit. In het akkoord worden een boel redenen genoemd waarom het realiseren van voldoende woningen onder druk staat: de dubbele vergrijzing, gemiddeld kleinere huishoudens, migratie, krapte op de arbeidsmarkt, stijgende bouw- en grondprijzen, renteontwikkelingen, ingewikkelde en lange bouwprocedures, gebrek aan en inefficiënt gebruik van beschikbare ruimte en fiscale regelingen die averechts werken.

Een boel elementen die de huidige minister de Jonge zal herkennen en waarvan de meeste niet 1-2-3 oplosbaar zijn. De doelstelling blijft gelijk aan die van het huidige kabinet: structureel 100.000 woningen per jaar erbij bouwen. Als eerste stap willen de vier partijen een Woontop organiseren, waarbij rijksoverheid, pensioenfondsen woningcorporaties, sociale partners, gemeenten en provincies afdwingbare afspraken maken om de woningbouw structureel te verhogen.

Maatregelen koopwoningmarkt

Enkele maatregelen die de koopwoningmarkt kunnen helpen, zijn:

  • De bestaande woningvoorraad moet beter benut worden. Dit kan door het makkelijker maken van een herbestemming van kantoor- en bedrijfspanden, het optoppen of splitsen van woningen, familie-wonen, woningdelen en gedogen dat recreatiewoningen permanent bewoond mogen worden.

    Onze visie: heel goed om meer mogelijk te maken met bestaande panden. Maar het gaat niet alleen om juridische mogelijkheden. Stimuleer ook geldverstrekkers om bepaalde zaken mogelijk te maken. Denk aan met meerdere mensen, ook zonder een relatie, een woning te kunnen kopen (woningdelen), de financiering van een kangoeroewoning, het financieren van een recreatiewoning. Ook zorgen bepaalde regels van de overheid ervoor dat het delen van een woning niet gemakkelijk is als je geen relatie met elkaar hebt. Je wordt nu elkaars fiscaal partner en bij bepaalde uitkeringen word je nu gekort. Bijvoorbeeld twee of meer AOW’ers die besluiten om samen te gaan wonen, zonder een affectieve relatie aan te gaan. Laat staan dat daar echt geschikte woningen voor zijn, met een juiste combinatie van privé en gezamenlijke ruimtes.
  • De bouw van nieuwe woningen wordt versneld. De partijen pleiten voor ‘een straatje erbij’, binnenstedelijk en buitenstedelijk. Naast de bestaande woondeals nieuwe gebieden aanwijzen voor grootschalige nieuwbouw. Lagere overheden mogen een belasting invoeren op ongebouwde grond met een woonfunctie. Het versnellen van procedures door onder andere het beperken van beroepsmogelijkheden. Het wegnemen van juridische en financiële belemmeringen voor een nieuwe derde sector: coöperatief wonen.

    Onze visie: Het invoeren van een belastingmaatregel op niet benutte woningbouwgrond lijkt ons een goede maatregel om speculanten tegen te gaan en leidt er hopelijk toe dat grondeigenaren eerder bereid zijn om tot de ontwikkeling van woningbouw over te gaan. Tegen het versnellen van procedures kan niemand tegen zijn. Nu alleen nog dit daadwerkelijk realiseren in de praktijk. Tot slot vinden wij het een hele goede zaak dat coöperatief wonen gestimuleerd gaat worden.
  • Van nieuwbouw moet gemiddeld minimaal 30% sociale huur zijn en twee derde van de nieuwbouwwoningen moet betaalbaar zijn voor middeninkomens.

    Onze visie: dat klinkt allemaal heel vriendelijk, maar de vraag is of het ook wenselijk is. Een minimale percentage aan sociale huur dat gebouwd moet worden is heel rigide en hoeft niet aan te sluiten bij de specifieke situatie in een bepaalde gemeente. Het kan ook betekenen dat bepaalde woningprojecten daardoor financieel niet haalbaar zijn en daarom niet doorgaan. Ook bij de eis dat twee derde van de woning betaalbaar moet zijn voor middeninkomens klinkt rigide en zorgt er waarschijnlijk voor dat er vooral woningen aan de onderkant van de markt gebouwd gaan worden. Je zou veel meer moeten kijken naar de behoefte en dan niet alleen die van starters. Als je bijvoorbeeld iets duurdere woningen/appartementen voor ouderen bouwt, is de kans groot dat de broodnodige doorstroming op gang komt, waardoor er ook betaalbare woningen voor de middenklasse beschikbaar komen. Er is grote behoefte aan passende woningen voor ouderen en die behoefte zal de komende decennia alleen maar groeien. Gelukkig staat er in het akkoord dan ook dat bij de lokale programmering van koopwoningen er rekening moet worden gehouden met voldoende woningen voor ouderen.

Minder migranten, minder druk op woningmarkt

Een belangrijk doel van de partijen is om middels via verschillende maatregelen de immigratie terug te dringen en zo ook de druk op de woningmarkt te verminderen. Eén van die maatregelen is om een verbod in te stellen op het geven van voorrang bij de toewijzing van sociale huurwoningen aan statushouders. Enkele andere maatregelen hebben tot doel het terugdringen van het aantal internationale studenten. Voor de huisvesting van arbeidsmigranten wordt meer ruimte geboden voor huisvesting op het eigen terrein van de werkgever.

Inkomen

Voor woningeigenaren zijn de volgende maatregelen van belang:

  • De fiscale positie van de eigen woning wordt niet gewijzigd. Dit betekent dat er geen wijzigingen plaatsvinden ten aanzien van de hypotheekrenteaftrek en het eigenwoningforfait.

    Onze visie: op basis van de verkiezingsprogramma’s zat het er al aan te komen dat er waarschijnlijk niks zou veranderen op het gebied van de hypotheekrenteaftrek. Al gaan ze wel voorbereidingen treffen voor een herziening van het belastingstelsel, waarbij het er niet op lijkt dat die dan nog binnen de nieuwe kabinetsperiode van vier jaar ingevoerd gaat worden.
  • De gemeentelijke woonlasten (OZB) mogen met slechts een gemaximeerd percentage stijgen.

    Onze visie: Het is goed dat de stijging van de gemeentelijke woonlasten aan banden wordt gelegd, omdat steeds vaker de gaten in de budgetten van gemeenten deels gedekt werden door een verhoging van de onroerendzaakbelasting. Maar in het akkoord wordt dan weer niet gerept hoe gemeenten hun begroting op orde kunnen houden, met al de taken die ze de afgelopen jaren erbij hebben gekregen.
  • Er wordt gekeken of huurders van een sociale huurwoning het recht krijgen om die woning te kopen (sociale koop).

    Onze visie: klinkt vriendelijk, maar wat betekent dit voor de sociaal verhuurder?
  • Er komt geen verplichte labelsprong voor koopwoningen. Een verplichte labelsprong houdt in dat je verplicht wordt om bij de aankoop van een woning met bijvoorbeeld een energielabel E, om die minimaal te verduurzamen naar energielabel C binnen een periode van bijvoorbeeld twee jaar.

    Onze visie: het is goed dat er geen verplichting komt vanuit de overheid. De vraag is wel hoe het staat met de financierbaarheid van een woning met een laag energielabel. De eerste geldverstrekkers financieren al geen woningen meer met een D of lager energielabel als je niet beloofd om een labelspring te maken. De kans is redelijk groot dat de komende jaren meer geldverstrekkers zullen volgen. Sowieso zitten er voor een huizenbezitter sowieso een groot aantal voordelen om hun woning te verduurzamen en daarmee een beter energielabel te krijgen: lagere energierekening, hogere waarde woning en meer wooncomfort.
  • De verplichting om vanaf 2026 bij het vervangen van de verwarmingsketel over te stappen naar een warmtepomp vervalt.

    Onze visie: terecht dat deze verplichting vervalt. Het moet wel rendabel zijn voor een huizenbezitter en 2026 is al heel erg snel. Er zijn in de toekomst misschien wel meer alternatieven beschikbaar die beter aansluiten bij de huizenbezitter.

Naast maatregelen op het gebied van de eigen woning, willen we tot slot nog de volgende maatregel noemen:

  • Het eigen risico in de zorg wordt meer dan gehalveerd tot het niveau van € 165,- in 2027.

    Onze visie: dit is slechts één kant van de medaille. De zorgkosten moeten uiteindelijk wel betaald worden, waardoor de zorgpremie omhoog zal gaan.

Hypotheekrente-verhogingen en -verlagingen in evenwicht

14 mei 2024

Vorige week was door Hemelvaartsdag sprake van een korte week, waarin slechts een beperkt aantal geldverstrekkers de hypotheekrentes wijzigde. Het ging daarbij vooral om geldverstrekkers die de week daarvoor hun hypotheekrentes niet aangepast hadden. Er was geen sprake van een duidelijke richting. Ongeveer de helft van de aanbieders verhoogde de hypotheekrentes, terwijl de andere helft juist de rentes verlaagde.

Geldverstrekkers hadden het dan ook niet makkelijk om hun hypotheekrentes te bepalen. De week ervoor zagen we massaal hypotheekrente-verhogingen. Dat kwam doordat de rentes op de financiële markten aan het oplopen waren, met name doordat beleggers zich zorgen maakten over de sterke ontwikkeling van de Amerikaanse economie. Een sterke economie betekent namelijk meestal een hogere inflatie en hogere rente.

Maar afgelopen week zagen we de rentes op de financiële markten de eerste helft van de week weer dalen, omdat anderhalve week geleden de banencijfers in Amerika tegenvielen. Een enkele geldverstrekker zag aanleiding om de hypotheekrentes te verlagen. De kans dat veel geldverstrekkers dit voorbeeld volgen, achten wij op dit moment nog klein. De marges bij geldverstrekkers zijn dit jaar namelijk behoorlijk gedaald.

Echt zeker en duidelijk is de richting van de renteontwikkeling op dit moment niet. Het kan alle kanten op. In de tweede helft van vorige week gingen de rentes op de financiële markten al weer licht omhoog. Het is vooral interessant wat de volgende rentevergaderingen van de Europese Centrale Bank (ECB) en de centrale bank van de Verenigde Staten (Fed) gaan brengen. Voor de middellange termijn verwachten wij dat de centrale banken een aantal renteverlagingen doorvoeren in 2024. Maar let op: die renteverlagingen zijn voor een groot deel al verwerkt in de rentes op de financiële markten. Toch verwachten wij dat ook de rentes op de financiële markten dit jaar nog iets omlaag gaan, maar wel minder dan de renteverlagingen die de centrale banken zullen doorvoeren. Er ontstaat dan ook ruimte voor een verlaging van de hypotheekrentes. Maar ook hier past een kanttekening. Geldverstrekkers willen waarschijnlijk eerst een deel van hun gedaalde marges goedmaken, tenzij ze elkaar de tent uit blijven concurreren.

Einde rentevaste periode: hogere of lagere rente?

Wie in 2014 zijn hypotheekrente voor 10 jaar vastzette en sindsdien niet is verhuisd en ook niet de hypotheek heeft overgesloten, krijgt dit jaar te maken met een nieuwe rente. Of die nieuwe rente hoger of lager uitvalt, hangt van een paar zaken af:

  • Heb je een hypotheek met of zonder NHG?
  • Bij welke geldverstrekker zit je?
  • Wanneer loopt je rentevaste periode precies af en hoe ontwikkelt de rente zich?

Hoe hoog de hypotheekrente staat aan het einde van de rentevaste periode weet je nooit van tevoren. Wie bijvoorbeeld in 2011 zijn rente 10 jaar had vastgezet, had de mazzel dat op het verlengingsmoment in 2021 de rente extreem laag stond.

Sommige mensen denken hun geluk te beïnvloeden door hun hypotheek over te sluiten. Maar ook dat is omgeven met onzekerheden, omdat je niet weet wat de rente in de toekomst gaat doen. Vooralsnog kunnen we constateren dat de mensen die vóór 2022 hun hypotheek hebben overgesloten waarschijnlijk blij zijn met die beslissing.

Hypotheek met NHG

Heb je je hypotheek niet overgesloten en zette je de rente in 2014 voor 10 jaar vast, dan krijg je nu met een nieuwe rente te maken. Heb je een hypotheek met NHG en heb je de rente vastgezet in mei 2014, dan krijg je waarschijnlijk een iets hogere hypotheekrente. De gemiddelde hypotheekrente van 10 jaar vast stond in mei op 3,76% en staat nu op 3,91%.

Maar dit is een gemiddelde. Je zult altijd moeten kijken welke rente jouw geldverstrekker toen met jou heeft afgesproken en welke rente zij nu aanbiedt. Dat kan iets hoger of lager zijn dan het gemiddelde. De kans is in ieder geval groot dat je maandlasten ongeveer op hetzelfde uitkomen als de lasten die je nu betaalt.

Gemiddelde hypotheekrente 10 jaar vast met en zonder NHG

Loopt je rentevaste periode later dit jaar af? Dan is de kans groot dat je op dit moment een lagere hypotheekrente betaalt dan 3,76%. In de loop van 2014 is de hypotheekrente namelijk behoorlijk gedaald, naar gemiddeld 3,00% aan het einde van 2014. De kans is groot dat je bij de renteherziening een hogere rente en een hogere hypotheeklast krijgt. Al is dat nog niet zeker, omdat de hypotheekrente misschien ook in 2024 nog daalt.

Hypotheek zonder NHG

Heb je een hypotheek zonder NHG? Dan heb je 2 voordelen ten opzichte van iemand met een NHG-hypotheek.

  1. In 2014 waren de rente-opslagen voor een hypotheek zonder NHG hoger dan in 2024. We zien daardoor dat de gemiddelde 10 jaar vaste hypotheekrente in mei 2014 op 4,44% lag en daarmee iets hoger was dan de huidige rente van 4,34%.
  2. Je huis is waarschijnlijk meer waard geworden. Er is een grote kans dat je daardoor op het moment van verlengen in een lagere risicoklasse valt.

Dat betekent dat je een lagere rente-opslag kunt betalen. Let op: dit gaat bij de meeste geldverstrekkers niet automatisch. Dus laat je hier goed over informeren en onderneem zelf actie. Dat kan al snel een paar tienden procenten aan rente schelen.

Loopt je rentevaste periode aan het einde van het jaar af? Dan moet je er ook rekening mee houden dat je rente en maandlasten waarschijnlijk omhoog gaan, tenzij de hypotheekrente in 2024 nog daalt.

Oudere hypotheekbezitter heeft vaker aflossingsvrije hypotheek

14 mei 2024

Twee op de drie huizenbezitters heeft deels of volledig een aflossingsvrije hypotheek. Dat blijkt uit consumentenonderzoek van de AFM. Hoe ouder de woningbezitter, hoe vaker een aflossingsvrije hypotheek voorkomt. Maar liefst 94% van de 65-plussers heeft een aflossingsvrije hypotheek, terwijl dit in de leeftijdscategorie tot 35 jaar slechts 12% is. Van alle hypotheekvormen is de aflossingsvrije hypotheek nog altijd de meest voorkomende.

Meer dan de helft (57%) van de bestaande hypotheken bestaat overigens uit meerdere hypotheekdelen, bijvoorbeeld uit de combinatie van een aflossingsvrije en een annuïteitenhypotheek. Van alle hypotheken is 64% een volledige of gedeeltelijke aflossingsvrije hypotheek. De annuïteitenhypotheek is daarna de meest voorkomende hypotheekvorm, met een aandeel van 52%. Op gepaste afstand volgen de (bank)spaarhypotheek met 15% en de lineaire hypotheek met 10%.

Laag aandeel aflossingsvrij bij starters

Dat de jonge generatie niet vaak een aflossingsvrije hypotheek afsluit, heeft ermee te maken dat de hypotheekrente voor nieuwe aflossingsvrije hypotheken niet aftrekbaar is. Vorige week schreven we dat het aandeel aflossingsvrije hypotheken onder hypotheekaanvragen bij starters is gedaald van 18% in 2021 naar 4% in 2024.

Bij de lage rentestand in 2021 koos nog ongeveer 1 op de 5 starters voor een deels aflossingsvrije hypotheek. Doordat de rente laag was, had het ontbreken van de hypotheekrenteaftrek maar beperkt effect, en was het verleidelijk om een aflossingsvrije hypotheek te verkiezen boven een annuïteitenhypotheek. De netto maandlast was bij een aflossingsvrije hypotheek substantieel lager dan bij een annuïteitenhypotheek. Bij de huidige hogere rente is het verschil in netto maandlasten veel kleiner. Daarom kiezen bijna alle starters voor een hypotheek waarbij ze wel maandelijks aflossen op het volledige hypotheekbedrag .

Is een aflossingsvrije hypotheek een risico voor oudere hypotheekbezitters?

De meerderheid van de consumenten uit het AFM-onderzoek geeft aan dat hun aflossingsvrije hypotheek grofweg tussen de € 45.000 en € 135.000,- bedroeg. De mediane hoogte van de aflossingsvrije hypotheek is € 75.000,-. Dat betekent dat de aflossingsvrije hypotheek voor de meeste oudere hypotheekbezitters geen probleem vormt, op dit moment niet en ook in de toekomst niet. Dat geldt zelfs als je alle risico’s van een aflossingsvrije hypotheek in ogenschouw neemt: een tegenvallend pensioeninkomen, het eindigen van de hypotheekrenteaftrek en een hoge hypotheekrente.

Stel: je hebt een aflossingsvrije hypotheek van € 135.000,- waarvan de hypotheekrenteaftrek vervalt en de hypotheekrente stijgt naar 5%. Dan betaal je een maandlast van € 562,50. Daar komen nog de belasting over het eigenwoningforfait en de onderhoudskosten en verzekeringen bij. Menig seniore huurder zou daarvoor tekenen, ook al kan iemand met bijvoorbeeld alleen AOW wel terugvallen op huursubsidie.

Uiteraard is het goed om deze mogelijke risico’s voor je eigen situatie te bekijken. Dat is vooral belangrijk als rond je pensionering of bij het eindigen van de hypotheekrenteaftrek ook nog een aflossende hypotheek, zoals een annuïteitenhypotheek, loopt (naast je aflossingsvrije hypotheek).

Grootste onzekere factor: politiek en ECB

De aflossingsvrije hypotheek wordt vaak gezien als een hypotheek met hoge risico’s. Dat geldt in Nederland, maar zeker ook in Europa.

De afgelopen jaren hebben De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) druk uitgeoefend op banken om bij hun klanten na te gaan of zij een financieel risico lopen doordat ze een aflossingsvrije hypotheek hebben en om klanten aan te zetten tot actie om deze risico’s te verkleinen. Bijvoorbeeld door extra af te lossen of door een aflossingsvrije hypotheek om te zetten in een annuïteitenhypotheek. Maar wat bleek? Voor de meeste mensen met een aflossingsvrije hypotheek is die hypotheek ook in de toekomst prima betaalbaar.

De laatste tijd komen er signalen dat de ECB erop zou aandringen om het grote aantal aflossingsvrije hypotheken terug te dringen. Maar daar waar de aflossingsvrije hypotheek voor de meeste mensen geen probleem is, kan de oplossing die de ECB voor ogen heeft wel tot problemen leiden. Als oudere huizenbezitters gedwongen worden om hun aflossingsvrije hypotheek om te zetten naar bijvoorbeeld een annuïteitenhypotheek, dan zouden ze opeens wel te maken krijgen met een forse lastenverzwaring.

Voorbeeld

Stel: iemand van 75 jaar woont in een woning die op dit moment € 600.000,- waard is en heeft een aflossingsvrije hypotheek van € 135.000,-. De rente bedraagt 4%. Laten we ervan uitgaan dat de hypotheekrenteaftrek is verlopen. De bruto en netto hypotheeklast (exclusief eigenwoningforfait) bedraagt € 450,- per maand. Als diegene de hypotheek moet omzetten naar een annuïteitenhypotheek, stijgt de hypotheeklast naar € 645,-.

Het enige voordeel is dat deze huizenbezitters hun overwaarde nog verder zien stijgen. Dat is vooral fijn voor de erfgenamen, terwijl de mensen waarschijnlijk zelf liever iets meer te besteden hebben.

Dalend aandeel aflossingsvrije hypotheken

06 mei 2024

De aflossingsvrije hypotheek heeft de afgelopen twee jaar zijn populariteit verloren. In 2022 was nog 40% van de aangevraagde hypotheken een aflossingsvrije hypotheek; in de eerste vier maanden van 2024 is dat gedaald naar 24%.

Verdeling hypotheekvormen 2018, 2022, 2023 en 2024

Onder ‘aflossende hypotheken’ vallen de annuïteiten-hypotheek en de lineaire hypotheek, maar ook oude hypotheekvormen als de
(bank-)spaarhypotheek, beleggingshypotheek en leven­hypotheek.

Deze oude hypotheekvormen kun je niet meer als een nieuwe hypotheek afsluiten. Maar mensen met een bestaande hypotheek kunnen die hypotheekvorm wel voortzetten bij de aankoop van een andere woning of bij een oversluiting.

Het grootste deel van de aflossende hypotheken is een annuïteitenhypotheek. Van alle aangevraagde hypotheekdelen in 2024 is ruim 72% een annuïteitenhypotheek. De aflossingsvrije hypotheek volgt op de tweede plek met 24%. De lineaire hypotheek wordt slechts in 3% van de gevallen aangevraagd en de oude hypotheekvormen zijn goed voor slechts 1% van alle aangevraagde hypotheekvormen.

Rentestijging belangrijke oorzaak voor afname aflossingsvrije hypotheken

De daling van het aantal aangevraagde aflossingsvrije hypotheken komt doordat de rente tussen 2022 en 2024 fors is gestegen.

Het voordeel van een aflossingsvrije hypotheek is dat je alleen rente betaalt en geen aflossing. Wel geldt voor nieuw af te sluiten aflossingsvrije hypotheken dat de rente niet meer aftrekbaar is. Zolang de rente laag staat, is het effect van de aftrekbaarheid van de rente beperkt. Maar als de rente stijgt, gaat dit wel een grote rol spelen.

We laten dat zien met 2 rekenvoorbeelden. We spreken in dit voorbeeld steeds van een leningdeel, omdat een aflossingsvrije hypotheek vaak deel uitmaakt van een combinatiehypotheek. Daarbij is het andere hypotheekdeel meestal een annuïteitenhypotheek.

Rekenvoorbeeld uit 2022:

Stel: je sloot begin 2022 een hypotheekdeel aflossingsvrij af van € 200.000,- tegen een rente van 1,4% voor 20 jaar vast (dat was toen de populairste rentevaste periode). Dan betaalde je  bruto € 233,- per maand. Omdat de rente niet aftrekbaar was, was de netto hypotheeklast ook € 233,-.

Had je in plaats van een aflossingsvrije hypotheek gekozen voor een annuïteitenhypotheek, dan was de bruto maandlast over dit hypotheekdeel € 681,- geweest. De rente was dan wel aftrekbaar geweest, zodat de netto hypotheeklast (exclusief eigenwoningforfait) was uitgekomen op € 595,- in het eerste jaar. Deze netto maandlast zou gedurende de looptijd licht stijgen.

Door voor een deel van de hypotheek voor aflossingsvrij te kiezen, kon de maandlast in dit voorbeeld met netto  € 362,- omlaag. Dat er aan het einde van de looptijd een restschuld overblijft, namen sommige hypotheekafsluiters voor lief.

Rekenvoorbeeld 2024:

De situatie in 2024 is anders door de hogere rente die nu geldt. Daardoor maken hypotheekafsluiters een andere afweging.

Stel: je hebt een hypotheekdeel van € 200.000,-.

Als je die aflossingsvrij afsluit tegen een rente van 3,9% voor 10 jaar vast, dan betaal je bruto en netto € 650,- per maand.

Sluit je diezelfde hypotheek af als een annuïteitenhypotheek, dan betaal je bruto € 943,- per maand. Netto betaal je het eerste jaar ongeveer € 704,- per maand. Omdat het verschil tussen een aflossingsvrije en annuïteitenhypotheek netto nu nog maar € 54,- is in het eerste jaar, kiezen de meeste hypotheekafsluiters liever voor een annuïteitenhypotheek. Daarbij hebben ze aan het einde van de looptijd geen restschuld meer.

Starter aflossingsvrij avers

In de grafiek op de vorige pagina tonen we de verdeling van aflossingsvrije en aflossende hypotheken voor alle hypotheekafsluiters. Maar er zitten grote verschillen tussen starters, doorstromers en bijsluiters. Op het laagtepunt van de rente in het jaar 2021 was 18% van de aangevraagde hypotheken door starters een aflossingsvrije hypotheek. Daarbij moet je bedenken dat een starter geen volledig aflossingsvrije hypotheek afsluit; dit is een deel van de totale hypotheek. Het andere deel van de hypotheek is vaak een annuïteitenhypotheek of soms een lineaire hypotheek.

In 2024 is het aandeel van aflossingsvrije hypotheken gedaald naar 4% bij starters. In bijna 96% van de gevallen sluit een starter in 2024 een hypotheek af die uit maar één leningdeel bestaat. Bij nieuwe hypotheken wordt dus bijna geen aflossingsvrije hypotheekdeel afgesloten.

Fiscaal overgangsregime en aflossingsvrije hypotheken bij doorstromers en bijsluiters

Het zijn vooral doorstromers, oversluiters en bijsluiters (mensen die een extra hypotheek afsluiten) die nog een aflossingsvrije hypotheek nemen. In de meeste gevallen maken zij gebruik van de fiscale overgangsregeling. Dat houdt in dat zij de hypotheekrenteaftrek mogen behouden als ze op 31 december 2012 een aflossingsvrije hypotheek hadden waarvan de hypotheekrente toen aftrekbaar was. Dat geldt in ieder geval voorlopig; de maximale duur van de aftrek is 30 jaar.

Ook doorstromers en bijsluiters kozen in 2024 zelden voor een aflossingsvrije hypotheek als ze een nieuwe hypotheek afsluiten waarvoor de overgangsregeling niet geldt. Bij doorstromers daalde het aandeel aflossingsvrije hypotheken van 46% in 2021 naar 36% in 2024. Bij bijsluiters daalde het aandeel aflossingsvrije hypotheken van 32% in 2022 naar 21% in 2024.

Hypotheekrentes op hoogste punt in 2024

06 mei 2024

Gemiddeld verhoogde afgelopen week een meerderheid van de geldverstrekkers de vaste hypotheekrentes met ongeveer 0,1%. Drie op de vijf geldverstrekkers zag zich genoodzaakt om vanwege de al langere tijd sneller gestegen rentes op de financiële markten hun hypotheekrentes te verhogen. De gemiddelde hypotheekrentes gingen iets minder hard omhoog, omdat ook een aantal geldverstrekkers hun rentes ongewijzigd lieten. Zij hadden de week daarvoor al hun rentes verhoogd of voeren deze week een verhoging door. Toch bereikten de gemiddelde hypotheekrentes voor 5, 10 en 20 jaar het hoogste punt van dit jaar.

Gemiddelde renteontwikkeling mei 2023 - mei 2024

Hoogste punt in een smalle bandbreedte

Ondanks dat de rentes het hoogste punt bereikten in 2024, bewegen de gemiddelde hypotheekrentes nog altijd binnen een smalle bandbreedte. De meest populaire rentevaste periode is op dit moment 10 jaar. De gemiddelde 10 jaar vaste hypotheekrente was dit jaar op zijn laagst met 3,78% en staat nu op 3,91%. Dat is maar een klein verschil van 0,13%. De stijging van afgelopen week is niet heel spectaculair, maar wel een stuk groter dan de weken ervoor.

Waarom stijgen de rentes op de financiële markten?

De ontwikkeling van de rentes wordt door veel factoren beïnvloed. Een belangrijke factor is de inflatieverwachting. Aan het begin van het jaar waren beleggers daar heel positief over: de inflatie zou dalen en ergens in de loop van volgend jaar uitkomen rond de 2%, zowel in Europa als in de Verenigde Staten.

Maar de laatste tijd verloopt het wat stroperig, vooral in de VS, na wat tegenvallende inflatiecijfers, dat wil zeggen hoger dan verwachte inflatiecijfers. Beleggers dachten de laatste weken dat de eerste renteverlaging van de Fed (de centrale bank van de VS) wel eens pas na de zomer kon komen. Maar afgelopen vrijdag viel het aantal nieuwe banen in de VS lager uit dan verwacht en het werkloosheidspercentage hoger dan verwacht. Dat lijkt er op dat de economie van de VS nu toch aan het afkoelen is. De Fed hield de afgelopen de rente ongewijzigd en belangrijker nog de kans op een renteverlaging op korte termijn omdat de economie aan het afkoelen is.

De situatie in de eurozone is anders. De economie draait hier matig en de inflatie is fors gedaald, maar het tempo van de daling neemt af. In april was de inflatie met 2,4% gelijk aan de inflatie in maart. Het positieve nieuws was dat de kerninflatie wel daalde van 2,9% naar 2,7%. De kerninflatie is de prijsontwikkeling waarbij de prijzen van beweeglijke goederen en diensten, zoals voedsel en energie, niet zijn meegenomen. De kans is daarom groot  dat de Europese Centrale Bank (ECB) haar rente vóór de zomer gaat verlagen.

Rentestijging financiële markten groter dan hypotheekrente-stijging

De rentes op de financiële markten zijn de laatste maanden vooral gestegen. Dankzij de sterke concurrentie op de hypotheekmarkt is tot nu toe een grotere stijging van de hypotheekrentes uitgebleven. Geldverstrekkers hebben de afgelopen maanden ingeleverd op hun marges.

Kapitaalmarkt en hypotheekrente jan 2022 - mei 2024

In de grafiek toont de oranje lijn de rente op de kapitaalmarkt voor Nederlandse staatsleningen van 10 jaar vast. Op de rechter-as staan de bijbehorende waardes.

De blauwe lijn laat de ontwikkeling zien van de gemiddelde hypotheekrente voor 10 jaar vast met NHG. Op de linker-as staan de bijbehorende waarden.

Het verschil tussen de waarden op de linker-as en de rechter-as is het gemiddelde verschil tussen deze twee rentes in 2023.

Het sentiment op de financiële markten is in de tweede helft van vorige week gedraaid van stijgend naar dalend. Beleggers hebben weer hoop gekregen dat de Fed de rente binnenkort gaat verlagen. Maar de situatie blijft fragiel. Wij verwachten dat de hypotheekrentes deze week licht verder zullen stijgen. De rentes op de financiële markten zijn dan wel licht gedaald, maar de marges zijn nog steeds een stuk kleiner dan in vergelijking met 2023.