Kosteloos eerste gesprek
100% onafhankelijke financieel advies
We vergelijken ruim 40 geldverstrekkers
Telefonisch, online of op de vestiging

Vlogs

Nieuws, Blogs, Vlogs

Toon

Hoe tijdelijk is de inflatie en het koopkrachtverlies?

07 december 2021

Qua hypotheekaanvragen is het nog steeds erg druk op de hypotheekmarkt, maar qua aantal hypotheekrente wijzigingen is het extreem rustig. Op een sporadische rentewijziging na gebeurt er op dit moment niks. Geldverstrekkers kijken de kat uit de boom, terwijl de financiële markten wel erg onrustig zijn. Beleggers worden heen en weer geslingerd door enerzijds een zeer hoge inflatie en anderzijds de onzekerheid van de omikron coronavariant en de mogelijke gevolgen voor de economische groei.

Inflatie rijst de pan uit

Wie alleen naar de inflatiecijfers kijkt, heeft de indruk dat die op dit moment geheel uit de bocht vliegen. In Nederland stegen de prijzen in november met 5,6%, terwijl die in oktober ook al fors waren gestegen met 3,7%, zo blijkt uit de gegevens van Eurostat, het Europese statistisch bureau.

We moeten terug naar de vorige eeuw dat we in Nederland zo’n hoge inflatie hadden. Maar niet alleen in Nederland is de inflatie hoog. De prijzen in de hele eurozone lagen 4,9% hoger dan hetzelfde prijspeil in november 2020. In de Verenigde Staten bereikte de inflatie in oktober een stand van 6,2%, het hoogste niveau in 31 jaar.

Naast de consumentenprijzen stijgen ook de producentencijfers. De afzetprijzen van de Nederlandse industrie lagen in oktober gemiddeld ruim 20% hoger dan dezelfde maand vorig jaar.

Tijdelijke of structurele inflatie

Een belangrijke reden voor de hoge inflatie zijn de hoge energieprijzen. Een andere reden zijn de tekorten aan grondstoffen en halffabricaten, zoals bijvoorbeeld van chips, die zijn ontstaan doordat in de lockdown de vraag door bedrijven werd verlaagd en er nu tijd nodig is om te voldoen aan de inhaalvraag, als gevolg van het economische herstel.

De grote vraag is of we te maken hebben met een tijdelijk hogere inflatie of dat we voor langere tijd te maken krijgen met een hogere inflatie. Centrale banken riepen tot nu toe het hardst dat het om tijdelijke inflatie gaat, en dat er geen reden is dat zij haar beleidsrente verhogen. Maar in dat roepen komt steeds meer nuance. De president van de Fed, de centrale bank van de Verenigde Staten, gaf afgelopen week aan dat hij eigenlijk af wil van het woord ‘tijdelijk’; want wat is nu precies tijdelijk. Beleggers verwachten dat de Fed de afbouw van het opkopen van staatsobligaties versneld gaat afbouwen en dat er volgend jaar meerdere kleine renteverhogingen doorgevoerd worden.

Lagarde, president van de Europese Centrale Bank (ECB) blijft er, in ieder geval ‘tijdelijk’, bij dat er op dit moment geen reden is om de rente te verhogen, omdat het minimaal 18 maanden duurt voordat je de effecten ziet van een rentverhoging; en volgens haar is de inflatie dan al weer gezakt onder de 2%.

Koopkracht gepensioneerde

De ECB kijkt alleen maar op macroniveau, maar ondertussen ondervindt bijvoorbeeld menig gepensioneerde de vervelende gevolgen van inflatie. Werknemers kunnen de komende maanden de hogere inflatie proberen te verrekenen in een hoger salaris. Al zien we daar ook nog relatief weinig van, in de recent afgesloten cao’s. Gepensioneerden zijn afhankelijk van de prijspeil-compensatie in hun AOW en pensioen. De AOW-uitkering is een afgeleide van het minimumloon en wordt half jaarlijks gecorrigeerd aan de inflatie. Als de inflatie sterk blijft stijgen, loopt men wel iets achter de feiten aan, maar wordt de AOW-uitkering uiteindelijk wel aangepast.

Dat ligt anders bij veel pensioenen. Doordat de dekkingsgraad van veel pensioenfondsen te laag is, mogen de pensioenuitkeringen niet geïndexeerd worden om de prijsstijgingen te compenseren. Onder andere ABP heeft al aangegeven dat naar alle waarschijnlijkheid de pensioenen gelijk blijven in 2022. De oorzaak is dat de beleids-dekkingsgraad wel iets is gestegen, maar onvoldoende om de minimale grens van 110% te halen. Dit gaat waarschijnlijk voor veel pensioenfondsen gelden. Gepensioneerden leveren bij deze hoge inflatie dus koopkracht in. En zelfs als de inflatie over een jaar weer terugzakt naar onder de 2%, dan heeft de ‘tijdelijke’ inflatie toch gezorgd voor een structurele daling in de koopkracht van gepensioneerden.

Blijf op de hoogte

Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van het laatste (rente)nieuws.

Private lease zorgt voor fors lagere hypotheek vanaf 1 april 2022

06 december 2021

Het aantal auto’s dat loopt via een private lease contract is gestegen van 64.000 in 2016 naar 214.000 in 2020. Dat is 3% van de totale voorraad aan personenauto’s. Private lease maakt nog steeds een sterke groei door, mede doordat het bij de overstap naar een elektrische auto vaak om veel geld gaat. Steeds vaker kiezen consumenten daarom voor private lease. Enerzijds doordat ze niet een bedrag in één keer op tafel hoeven te leggen, anderzijds ook door de zekerheid dat je niet opeens geconfronteerd zult worden met incidenteel hoge onderhoudskosten. Wat ze zich daarbij misschien niet goed realiseren is dat het in de toekomst grote invloed kan hebben op het afsluiten van een hypotheek.

Private lease heeft grote invloed op de te krijgen hypotheek

Omdat je maandelijks vaste lasten hebt, wordt hier rekening mee gehouden bij het bepalen van de hoogte van een hypotheek. Op dit moment wordt in een BKR een private lease contract opgesplitst in twee delen. Een deel voor de financiering (65%) en een servicedeel (35%) voor onder andere wegenbelasting, onderhoud en autoverzekering. Alleen die 65% verlaagt op dit moment het maximaal te krijgen hypotheekbedrag. De maximale maandlast wordt verlaagd met 2% van 65% van het totale private lease contract.

Een voorbeeld:

Anton heeft een inkomen van € 80.000,-. Anton wil weten hoeveel hij kan lenen als hij de rente 20 jaar vast zet tegen een rente van 1,9%. Anton kan dan € 429.649,- lenen als hij géén private lease contract heeft.

Maar wat als Anton wel een private lease contract heeft? Hij betaalt bijvoorbeeld 4 jaar lang € 500,- per maand. De maximale hypotheeklast wordt dan verlaagd met 2% van 65% van 48 maal € 500,-; ofwel 312,-. Hij kan daardoor ruim € 85.000,- minder aan hypotheek krijgen; namelijk € 344.085,-.

In 2022 wordt invloed van private lease contract nog groter

Vanaf 1 januari 2022 wordt bij een financiële verplichting rekening gehouden met de werkelijke betalingsverplichting als die hoger is dan de 2% berekening.

In bovenstaand voorbeeld is de werkelijke betalingsverplichting 65% van € 500,-, ofwel

€ 325,-. Dat is hoger dan in de oude berekening gebruikte € 312,-.

Per 1 januari 2022 kan Anton in dit voorbeeld € 340.520,- aan hypotheek krijgen. Dus

€ 3.500,- minder dan op 31-12-2021.

Maar het wordt nog een stuk ongunstiger per 1 april 2022. Want dan wordt door het BKR geen rekening meer gehouden met 65% van het totale private lease contract, maar 100%. Dat betekent dat vanaf 1 april 2022 rekening wordt gehouden met de hoogste van de volgende twee:

  • 2% van € 500,- maal 48; ofwel € 480,-, of
  • het werkelijke maandbedrag van € 500,-.

In dit geval wordt dus rekening gehouden met een maandlast van € 500,- en wordt de maximale hypotheek per 1 april 2022 € 292.527,-. Dat is ruim € 50.000,- minder dan nu. In totaal kan er vanaf 1 april 2022 dus ruim € 137.000,- minder geleend worden als gevolg van het private lease contract.

Blijf op de hoogte

Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van het laatste (rente)nieuws.

Verlaging belastingtarieven 2022

01 december 2021

In 2022 gaan de belastingtarieven iets omlaag, tenminste in de eerste schijf voor mensen jonger dan de AOW leeftijd en in de eerste twee schijven voor mensen die minimaal de AOW leeftijd hebben. Maar het zijn wel echt hele kleine verlagingen.

Belastingtarieven

Belastingtarieven 2022

In 2022 zijn er dus twee belastingschijven. Tot € 69.398 betaalt u 37,07% aan belasting en over het meerdere 49,50%. Mensen boven de AOW leeftijd betalen 19,17% tot € 35.472, 37,07% tot € 69.398 en 49,50% vanaf een inkomen van € 69.398,-.

Lager belastingtarief betekent minder hypotheekrenteaftrek

Door de nihile wijziging in de belastingschijven in 2022 is de hypotheekrenteaftrek iets verlaagd. Het tarief voor de eerste schijf van de inkomstenbelasting (en de eerste en tweede schijf voor mensen die de AOW leeftijd al bereikt hebben) gaat omlaag van 37,1% naar 37,07%. Het betekent voor de lagere en middeninkomens dat de hypotheekrenteaftrek tegen een iets lager percentage gaat, maar dat is zo verwaarloosbaar dat het voor de meeste huishoudens meestal om nog geen euro op jaarbasis gaat. Dat is anders voor hogere inkomens.

Maximale hypotheekrenteaftrek met 3% omlaag

Voor de hogere inkomens gaat de maximale hypotheekrenteaftrek meer omlaag, namelijk van 43% in 2021 naar 40% in 2022. Stel je hebt een hypotheek van € 400.000,- en je hypotheekrente bedraagt 2%, dan betaal je op jaarbasis € 8.000 aan hypotheekrente (voor de eenvoud gaan we even uit van een aflossingsvrije hypotheek). Je hypotheekrenteaftrek is in 2022 per maand dan € 20,- lager. Overigens zijn er ook genoeg huishoudens die een rente vast hebben gezet voor 4% of hoger. Dan gaat het dus al om € 40,- minder aftrek per maand.

Eigenwoningforfait omlaag

Het eigenwoningforfait gaat omlaag van 0,5% in 2021 naar 0,45% in 2022. Maar bedenk wel dat de WOZ-waarde van je woning ook stijgt. Voor woningen met een WOZ-waarde lager dan € 75.000,- of hoger dan € 1.110.000,- geldt een ander percentage voor het eigenwoningforfait.

Rekenvoorbeeld

Stel de WOZ-waarde van je woning is voor het belastingjaar 2021 vastgesteld op € 300.000,-. Het eigenwoningforfait, het bijtellingsbedrag voor de inkomstenbelasting was dan € 1.500,-. De lagere en middeninkomens betalen daar ongeveer € 46,- per maand belasting over.

Stel de WOZ-waarde voor het belastingjaar 2022 stijgt met 9%. De WOZ-waarde neemt dan toe naar € 327.000,-. Het eigenwoningforfait in 2022 komt dan uit op ongeveer € 1.472,-. De lagere en middeninkomens betalen in 2022 daar dan ongeveer € 45,- per maand belasting over. Een netto meevaller van ongeveer € 1,- per maand.

Stijgt de WOZ-waarde van je woning harder of heb je een hoger inkomen, dan ben je al snel duurder uit in 2022.

 

Afbouw Wet Hillen

De Wet Hillen wordt volgens schema verder afgebouwd in 2022. Dat betekent dat mensen met geen of een geringe eigenwoningschuld nog maar 86 2/3% van de bijtelling van het eigenwoningforfait als aftrekpost mogen opvoeren. Dit treft vooral oudere woningeigenaren; maar ook dit betekent dat de netto hypotheeklast met slechts een paar euro per maand omhooggaat.

Blijf op de hoogte

Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van het laatste (rente)nieuws.

Nieuw leenstelsel krijgt onterecht de schuld

29 november 2021

Wie een studieschuld heeft en een hypotheek wil afsluiten, kan een minder hoge hypotheek krijgen. Reden is dat bij het bepalen van de hoogte van de hypotheek rekening wordt gehouden met de maandelijkse lasten die horen bij de studieschuld. In september 2015 is het nieuwe leenstelsel ingegaan met de studielening. Een veel gehoord verwijt is dat door de invoering van die studielening starters op dit moment veel minder hypotheek kunnen krijgen dan met de oude studiefinanciering. Op basis van de gemiddelden vanuit het CBS blijkt dat de invoering van het nieuwe leenstelsel niet de oorzaak is.

Gemiddelde studielening gestegen

Is de gemiddelde studielening dan niet gestegen sinds de invoering in 2015? Jawel, gemiddeld van € 12.400,- in 2015 naar € 15.200,- in 2021; zo blijkt uit cijfers van het CBS van afgelopen week. Maar vanwege het feit dat in die totalen ook de oude studiefinanciering zit, kunnen we beter kijken naar twee leeftijdscategorieën:

  • De mensen in de leeftijdscategorie van 20 tot 25 jaar, en
  • De mensen in de leeftijdscategorie van 25 tot 30 jaar.

Waarbij we moeten bedenken dat voor een belangrijk deel van de mensen in de leeftijdscategorie van 20 tot 25 jaar de studielening nog in omvang zal toenemen, omdat ze nog aan het studeren zijn. In de groep 25 tot 30 jaar zal ook een aantal zitten waar de oude studiefinanciering nog van toepassing.

De gemiddelde studieschuld van mensen in de leeftijdscategorie 20 tot 25 jaar is tussen 2015 en 2021 gestegen van € 7.600,- naar € 12.800,-. In de leeftijdscategorie 25 tot 30 jaar steeg de gemiddelde studieschuld van € 15.900,- naar € 19.100,-.

Nieuwe studielening telt minder zwaar mee

Wat zijn de gevolgen van de studielening voor de maximale hypotheek? In 2015 werd bij de maximale hypotheekberekening rekening gehouden met extra maandlasten ter grootte van 0,75% van de oorspronkelijke studieschuld. Inmiddels is dit percentage verlaagd voor ‘oude’ studieschulden naar 0,65%. Voor de maximaal berekening wordt voor een nieuwe studieschuld rekening gehouden met een extra last van 0,35%.

Hogere hypotheek onder nieuwe studieregeling

Wat betekent dit voor de berekening van de maximale hypotheek van twee starters met beiden een bruto jaarinkomen van € 32.500,-? We maken de berekening op basis van de hypotheeknormen 2022 en een hypotheekrente van 1,4% (20 jaar vast met NHG).

Zonder studieschuld kan dit koppel € 318.307,- aan hypotheek krijgen.

Stel dat ze in de leeftijdscategorie 20 tot 25 jaar vallen. Hebben ze elk een oude studieschuld ter grootte van het gemiddelde van 2015 in deze leeftijdscategorie, wat neerkomt op € 7.600,-, dan zouden ze in 2022 € 289.278,- aan hypotheek kunnen krijgen. Ruim € 28.000,- minder dan zonder studieschuld. Vergelijken we dat met een stel met een hogere, gemiddelde studielening onder het nieuwe stelsel van € 12.800,-, dan kunnen zij maximaal € 291.981,- lenen. Ondanks de hogere gemiddelde studieschuld, kunnen ze dus ruim € 2.700,- meer lenen dan het stel met een gemiddeld lagere studieschuld uit het oude stelsel.

In de leeftijdscategorie 25 tot 30 jaar, waar de gemiddelde schulden nog iets groter zijn, zijn de verschillen nog groter. Met een gemiddelde oude studieschuld van elk € 15.900,- bedraagt de maximale hypotheek € 257.574,-. Met een gemiddelde nieuwe studielening van € 19.100,-, is de maximale hypotheek € 279.023,-. De maximaal berekening onder de nieuwe regeling pakt ondanks de hogere gemiddelde schuld bijna € 21.500,- hoger uit.

Snelle stijging huizenprijzen

De oorzaak dat steeds meer starters moeite hebben met het vinden van een betaalbare koopwoning heeft vooral te maken met de snelle stijging van de huizenprijzen en dus niet met de gestegen studieschulden.

Blijf op de hoogte

Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van het laatste (rente)nieuws.

Tiny house, tiny mortgage?

23 november 2021

Op de overspannen woningmarkt is een nieuwe trend alweer een tijdje aan de gang: het kopen of soms zelf bouwen van een tiny house. RTL speelt hier zelfs op in met een apart programma, de ‘Tiny House Battle’.

Een ‘tiny house’ is een kleine woning, wat wil zeggen: een vloeroppervlak van maximaal 50 vierkante meter. Naast het kleiner wonen is ook de filosofie er achter belangrijk. Kopers van een tiny house willen een zo klein mogelijke ecologische voetafdruk achterlaten. Ze zijn gericht op minder consumeren, terwijl het wel volwaardige woningen zijn, maar dan op kleine schaal. Duurzaamheid is een belangrijke factor en soms zijn de woningen geheel zelfvoorzienend, dus niet aangesloten op bijvoorbeeld riool en het gasnet.

Het aantal tiny houses is nog beperkt in Nederland, maar duidelijk is dat er een groeiende behoefte is en het aantal woningprojecten groeit snel. Op tinyhousenederland.nl kun je een aantal voorbeelden vinden in een aantal gemeenten.

Wat kost een tiny house?

De kosten van een tiny house zitten in een brede bandbreedte van € 20.000,- tot en met € 100.000,-. De uiteindelijke kosten zijn bijvoorbeeld afhankelijk van of het huis op eigen grond moet komen te staan of op huurgrond; maar ook of je zelf gaat bouwen of een kant-en-klare woning wilt kopen.

Financiering van een tiny house?

Als je onvoldoende spaargeld hebt, dan heb je een aanvullende financiering nodig. Dat kan door middel van een lening bij je ouders, een hypotheek of een persoonlijke lening. Welke optie het beste past, is erg afhankelijk van de individuele situatie.

Hypotheek bij een verplaatsbare woning, wat voor een redelijk aantal tiny houses geldt, is een hypotheek niet mogelijk. Bij een tiny house die ‘nagelvast’ aan de grond is verbonden en een woonbestemming heeft, kun je onder bepaalde voorwaarden bij bepaalde geldverstrekkers wel een hypotheek krijgen (denk bijvoorbeeld aan een minimale hoogte van de hypotheek).

Als aan de definitie van een eigenwoningschuld voldaan wordt, is de hypotheekrente gewoon aftrekbaar. Dat geldt ook als een annuïteiten- of lineaire hypotheek of lening bij ouders wordt afgesloten, die in maximaal 360 maanden wordt afgelost. En dit geldt ook bij een persoonlijke lening. De (hypotheek-)rente is niet aftrekbaar als niet aan het criterium eigenwoningschuld voldaan wordt.

Persoonlijke lening

Een belangrijke beperking van een persoonlijke lening ten opzichte van een hypotheek bij een geldverstrekker of hypotheek/lening bij ouders, is dat de looptijd meestal maximaal 15 jaar is. Dit maakt dat de aflossingscomponent veel hoger is. Dat hoeft overigens niet altijd een groot probleem te zijn, omdat het te lenen bedrag ook een stuk lager is dan bij een hypotheek voor een reguliere woning. Voordeel van een kortere looptijd is dat je daardoor over de gehele looptijd gezien goedkoper uit bent. Een ander bijkomend nadeel van een persoonlijke lening is de hogere rente; die is snel het dubbele ten opzichte van een hypotheek.

Eigen grond of erfpacht

We zien bij een groot aantal projecten bij tiny houses dat je niet zelf de grond kunt kopen, en dat er sprake is van erfpacht, huur van de grond van de gemeente. Dat kan soms een relatief grote kostenpost betekenen. Al zijn er ook bepaalde gemeenten die de grond huurvrij ter beschikking stellen, omdat ze de filosofie van tiny houses willen stimuleren.

Stimuleren tiny house initiatieven

Van Bruggen Adviesgroep is er een groot voorstander van dat lokale gemeenten initiatieven voor tiny houses stimuleren, door bijvoorbeeld specifieke locaties hiervoor te reserveren. In de eerste plaats omdat dit soort duurzaamheidsinitiatieven een bijdrage leveren aan de verduurzaming van de woningvoorraad. Door aandacht voor dit soort initiatieven raken ook andere mensen geïnteresseerd, waardoor we de ecologische voetafdruk van wonen kunnen verkleinen.

Maar ook voor de woningmarkt is dit initiatief goed. Alle alternatieven die bij kunnen dragen aan het verlichten van de druk op de woningmarkt zijn welkom en zeker als ze duurzaam zijn en aan een behoefte voldoen. Eerder pleitten we daarom ook al voor herbestemming van lege kantoor- en winkelpanden en het op grotere schaal toestaan van permanente bewoning van vakantiewoningen.

Blijf op de hoogte

Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van het laatste (rente)nieuws.

Forse stijging in aantal oversluitingen

22 november 2021

Het beeld van vorige week was nagenoeg gelijk aan die van de week ervoor, namelijk bijna evenveel hypotheekrente verhogingen als verlagingen. Alleen het aantal hypotheek-rentewijzigingen voor de meest afgesloten rentevaste periodes lag een stuk lager dan de week ervoor.

Onzekere en onrustige marktrente

Zolang er geen duidelijke beweging in de marktrente komt, zullen we waarschijnlijk dit wisselende beeld van verhogingen en verlagingen bij de hypotheekrentes zien. Waarbij de marktrente de komende tijd nog alle kanten op kan. Door het oplaaiende coronavirus zien we steeds meer maatregelen doorgevoerd worden in Nederland en andere Europese landen. De economie heeft tot nu toe aangetoond hier veerkrachtig mee om te gaan, maar dit kan mogelijk toch invloed hebben op de besluitvorming van bijvoorbeeld de Europese Centrale Bank (ECB). De kans lijkt groot dat die in december aankondigt om het pandemie opkoopprogramma van obligaties per maart 2022 te beëindigen, om de stijgende inflatie een halt toe te roepen. Maar als de economische groei inzakt, dan kan de afbouw misschien langer uitgespreid worden, waardoor de marktrente ook minder omhoog zal gaan of misschien zelfs toch weer een beetje naar beneden.

Veel consumenten kiezen voor zekerheid en sluiten over

De afgelopen vijf weken zagen wij een toename aan hypotheekaanvragen als gevolg van de stijging in de hypotheekrentes. De gemiddelde hypotheekrentes stegen met drie honderdste (voor bijvoorbeeld 5 jaar vast zonder NHG) tot en met 10 honderdsten, ofwel 0,1% (voor 20 jaar vast zonder NHG). Dat zijn nog geen spectaculaire stijgingen. Dit zijn overigens gemiddelden. Dat betekent dat in de afgelopen vijf weken er ook geldverstrekkers waren waarbij de stijging een stuk kleiner was, of waar zelfs een daling heeft plaatsgevonden; al is dat laatste echt een uitzondering. Er zijn dus ook geldverstrekkers waarbij voor bepaalde rentevaste periodes de stijging veel groter uitviel; namelijk een stijging van 0,27 procentpunt.

Forse stijging hypotheekaanvragen; en vooral voor oversluitingen

De stijging van de hypotheekrentes heeft geleid tot een forse stijging in het aantal hypotheekaanvragen van ongeveer 44%. Een deel van de stijging zit bij hypotheekaanvragen voor de aankoop van een woning door een starter of doorstromer, waarbij de aanvraag deels naar voren is gehaald om nog te kunnen profiteren van de huidige lagere rente.

Maar de grootste stijging, tussen de 80% en 90%, zit bij oversluitingen. Consumenten die enerzijds willen profiteren van de huidige lage hypotheekrente, maar vooral ook de zekerheid willen hebben over hun hypotheeklasten voor een nieuwe, lange rentevaste periode en niet verrast willen worden in de toekomst met een stijgende rente.

Ontwikkeling hypotheekrente

Hoe de hypotheekrente zich in de toekomst zal ontwikkelen kan niemand met zekerheid zeggen. Maar consumenten die nu de rente vastzetten, hebben in ieder geval wel de zekerheid dat ze voor langere tijd weten waar ze aan toe zijn. Waarbij wij de kans voor de middellange termijn groter achten dat de hypotheekrente licht stijgt met een paar tienden, in plaats van dat de hypotheekrente nog serieus naar beneden gaat.

Blijf op de hoogte

Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van het laatste (rente)nieuws.

Schenken voordat het te laat is

16 november 2021

Sinterklaas is ondanks problemen met een stuurwiel en corona toch weer in Nederland aan gekomen en heeft hij inmiddels de wensenlijst van vele kinderen doorgenomen. Maar de Sint is niet de enige die allerlei cadeaus moet bedenken. Want sommige 50-plussers vragen zich af welke mogelijkheden er nog zijn om te schenken. Er loopt namelijk een belangrijke discussie over de ongelijkheid tussen kinderen van ouders zonder en met poen. En de grote vraag is of een nieuw kabinet daar wat aan gaat doen.

Jaarlijks schenkingsbedrag

Ouders die hun kind een bedrag willen schenken, kunnen dat dit jaar belastingvrij doen, tot een bedrag van € 6.604,-. Dit bedrag is tijdelijk verhoogd met € 1.000,- in verband met corona.

Voor een kind tussen de 18 en 40 jaar oud mag je eenmalig maximaal € 26.881,- schenken. De besteding van het geld is volledig vrij. Voorwaarde is dus dat het kind niet eerder gebruik heeft gemaakt van een verhoogde vrijstelling. Doe je een dergelijke schenking, dan moet je kind aangifte doen bij de Belastingdienst; dit kan online. Volgt je kind een kostbare studie dan mag hij/zij onder voorwaarden zelfs een belastingvrije schenking ontvangen van € 55.996,-.

Eenmalige schenking voor aankoop woning

Een aantal jaar geleden is de eenmalige belastingvrijstelling voor het ontvangen van een schenking voor de aankoop van een woning fors verruimd. In 2021 geldt voor een kind tussen de 18 en 40 jaar een vrijstelling van € 105.302,-. Het mag overigens ook gaan om een schenking voor bijvoorbeeld het financieren van een verbouwing of het aflossen van een hypotheek (eigenwoningschuld).

De verhoging van deze vrijstelling was een belangrijke maatregel om de op dat moment stroperige woningmarkt op gang te houden. Het was een manier om vooral voor starters de koop van een eigen woning mogelijk te maken. Maar wat voor een individueel persoon een mooi middel kan zijn, kan voor een hele groep negatief uitpakken.

Want deze maatregel zorgt er mede voor dat de huizenprijzen zo snel stijgen de afgelopen jaren. Voor steeds meer starters is een koopwoning financieel niet meer haalbaar.

Overigens komt dit natuurlijk niet alleen door deze maatregel, maar die draagt daar wel aan bij. Daarom gaan er stemmen op om de verhoogde schenkvrijstelling te verlagen of af te schaffen. Een belangrijk argument daarbij is dat het ook niet eerlijk is, omdat alleen kinderen met rijke ouders profiteren van deze hoge schenkingsvrijstelling en kinderen die geen schenking krijgen, alleen maar geconfronteerd worden met nog hogere prijzen van koopwoningen.

Nieuw kabinet

Er bestaat om die reden een grote kans dat een nieuw kabinet de regeling van de verhoogde schenkingsvrijstelling versobert of afschaft. Doordat dit boven de markt hangt, kan het daarom raadzaam zijn voor ouders die een schenking overwegen, deze plannen niet te ver voor zich uit te schuiven.

Overigens is het de vraag in hoeverre de afschaffing van de verhoogde schenkingsvrijstelling veel effect zal hebben. Ouders kunnen alsnog besluiten om een bedrag aan een kind te schenken, waarbij gewoon de schenkbelasting voldaan wordt. Bovendien zou de overheid dan ook de mogelijkheid moeten blokkeren dat kinderen een hypotheek krijgen van hun ouders, waarbij de maandelijkse hypotheeklasten weer worden terug geschonken.

Blijf op de hoogte

Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van het laatste (rente)nieuws.

Zowel hypotheekrente verhogingen als verlagingen

15 november 2021

Afgelopen week was het een rustige week als we kijken naar het totale aantal hypotheekrentewijzigingen. Aan de andere kant voerde ruim de helft van de geldverstrekkers afgelopen week een hypotheekrentewijziging door. Het beeld was daarbij heel verschillend.

Wij krijgen een rentewijziging van een geldverstrekker door in kleuren:

  • Rood betekent dat de geldverstrekker één of meerdere verhogingen doorvoert;
  • Oranje betekent dat de geldverstrekker zowel één of meerdere verhogingen doorvoert, als één of meerdere verlagingen;
  • Groen betekent dat de geldverstrekker één of meer verlagingen doorvoert.

Afgelopen week kregen wij 14 rode berichten, 6 oranje en 8 groene.

Als we alle rentewijzigingen voor de belangrijkste rentevaste periodes bekijken, dan zien we dat een kleine meerderheid een verhoging betrof en een kleine minderheid een verlaging.

Marktrente onrustig

De ontwikkeling van de marktrente is zelfs nog onrustiger dan de ontwikkelingen bij de hypotheekrentes. De ene keer beweegt de marktrente omlaag en de andere keer omhoog, waarbij de verschillen tussen de voorgaande dag de laatste tijd groter zijn dan een paar weken geleden.

Inflatie

Klaas Knot, president van De Nederlandsche Bank (DNB), is er niet gerust op dat de inflatie voldoende onder controle is. Op een conferentie gaf hij vorige week aan dat hij gelooft dat de hoge inflatie voor een belangrijk deel tijdelijk is. De verwachting is dat de inflatie aan het eind van 2022 terug zal vallen naar onder de 2%. Maar er bestaat daarnaast wel een groot risico dat de inflatie daar bovenuit gaat komen. Knot geeft daarom alvast een voorzet voor de eerst komende vergadering van de Europese Centrale Bank (ECB) in december. Het corona opkoopprogramma moet wat hem betreft in maart 2022 eindigen en daarnaast moet het reguliere opkoopprogramma vanaf maart niet klakkeloos verhoogd worden. De vermindering van het opkoopprogramma kan in 2022 een opwaartse druk op de rente geven.

Middellange termijn: stijgende trend

We blijven nog maar eens onze rentevoorspelling herhalen: “Voor de middellange termijn verwachten wij dat zowel de marktrente als de hypotheekrente licht gaan stijgen. Waarbij het vooral ook ‘hopen’ is dat het bij een lichte stijging van een paar tienden zal blijven.”

Blijf op de hoogte

Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van het laatste (rente)nieuws.

Drie belangrijke wijsheden voor (beginnende) beleggers

09 november 2021

Het aantal beleggende huishoudens stijgt de afgelopen jaren fors van ruim 1,4 miljoen naar ongeveer 1,9 miljoen. Een belangrijke reden is de lage en soms zelfs negatieve spaarrente. De meeste beleggers, namelijk twee op de drie, laten zich daarbij niet adviseren. Ze bepalen zelf het doel, hoeveel risico ze bereid zijn te nemen, de strategie en selecteren zelf waarin ze beleggen en de samenstelling van de portefeuille. In vaktermen heet dit execution-only beleggen. Belangrijke redenen: het is via online mogelijkheden eenvoudig toegankelijk en de kosten zijn laag.

Overweeg je om te gaan beleggen? Wij geven de volgende drie wijsheden en tips mee.

1. Wees niet bang om de boot te missen, want je kunt ook het schip in gaan

Je hoort steeds vaker dat vrienden aan het beleggen zijn. Realiseer je daarbij dat ze vaak liever over de successen vertellen dan de missers. Dat veel mensen beleggen is natuurlijk niet gek bij de lage spaarrente. Maar bedenk je dat beleggen, zeker in aandelen, een belangrijk verschil kent met sparen: je kunt een deel van je inleg verliezen.

De AFM constateerde vorige week dat 12% van de zelfstandige beleggers in de categorie ‘kwetsbaar’ vallen. Dat wil zeggen dat deze beleggers weinig spaargeld hebben als buffer en hun beleggingsgeld in de toekomst mogelijk nodig hebben om een tegenvaller op te vangen. En als de beleggingen het op dat moment minder goed doen, dan kunnen ze in de problemen komen.

Zorg er dus altijd voor dat je eerst een goede spaarbuffer opbouwt, voordat je aan beleggen begint.

2. Winnaars hebben een plan, verliezers een excuus

Met een goed weldoordacht plan is de kans op succes bij beleggen veel groter. Waar moet je bijvoorbeeld aan denken:

  1. Bedenk: voor welk doel je wilt beleggen?
    Dat kan overigens ook een algemeen doel zijn, zoals vermogensgroei.
  2. Wat is je beleggingshorizon?
    Wanneer heb je het geld nodig? Is dat bijvoorbeeld over twee jaar, dan kun je beter gewoon gaan sparen in plaats van beleggen. En als je doel pas over twintig jaar ligt, dan kun je wat risicovoller beleggen, dan wanneer je doel over tien jaar is.
  3. Hoeveel risico ben je bereid te nemen?
    Ga voor jezelf na, hoe je verwacht te reageren als je beleggingen opeens met 5%, 10% of zelfs 25% achteruitgaan. Slaap je dan nog rustig? Dat bepaalt mede hoe je je inleg verdeelt over de verschillende beleggingscategorieën.
  4. Weet waar je eigen valkuilen liggen. Particuliere beleggers hebben de neiging om hun eigen beleggingsvaardigheden te overschatten. Ook kijken ze vaak naar hun beleggingen, wat leidt tot (te) veel transacties. Beleg alleen in beleggingscategorieën die je begrijpt.
  5. Zorg dat je aan spreiding doet. Omdat dit een heel belangrijke element is, besteden we daar een aparte wijsheid aan.

3. Rendementen uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst

Niemand kan met zekerheid zeggen hoe de financiële markten en specifieke beleggingssoorten zich gaan ontwikkelen. Zitten we nu bijvoorbeeld op een piek bij aandelen of zal de stijgende trend nog een tijdje aanhouden? En hoe zal de rente zich ontwikkelen, wat voor een belangrijk deel bepalend is voor het rendement bij obligaties? Rendementen uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst, maar door spreiding kun je wel de kans het grootst maken dat op een zo’n hoog mogelijk rendement, bij een zo laag mogelijk risico.

Spreiden doe je op vier verschillende manieren:

  1. Als je je beleggingen spreidt over meerdere beleggingscategorieën, zoals aandelen, obligaties en vastgoed; verminder je het risico dat het slecht of minder gaat in één specifieke beleggingscategorie.
  2. Zorg ervoor dat je ook binnen de beleggingscategorie spreidt. In plaats van individuele aandelen kun je beter voor een beleggingsfonds kiezen of nog beter, voor een indexfonds. Omdat een grote groep beleggers beleggen leuk vindt, is dat misschien minder sexy, maar het kan je rendement verhogen en je risico verminderen. Het gokgehalte wordt minder groot.
  3. Veel beleggers kiezen voor nationale aandelen, maar ook hier geldt dat gemiddeld genomen het rendement stijgt en het risico daalt als je spreidt over meerdere landen en zelfs werelddelen.
  4. Tot slot is het belangrijk om te spreiden in de tijd. Je kunt veel beter periodiek, bijvoorbeeld maandelijks, een bedrag inleggen dan grote, incidentele bedragen. Daarmee voorkom je dat je net op het verkeerde moment instapt. Als je periodiek inlegt, pak je zowel de hoge als de lage instapmomenten mee.

Blijf op de hoogte

Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van het laatste (rente)nieuws.

PERSBERICHT - Hypotheekadviesketens lanceren gezamenlijk de Advieswijzer

08 november 2021

Best, Amsterdam, Capelle aan den IJssel, Apeldoorn, 8 november 2021 – De vier grootste onafhankelijke hypotheekadviesketens van Nederland - Hypotheek Visie, De Hypotheekshop, De Hypotheker en Van Bruggen Adviesgroep -lanceren in samenwerking met de OvFD vandaag de Advieswijzer. Bij het afsluiten van een hypotheek kan het voor een consument een groot verschil maken op welke wijze het productaanbod aangeboden wordt. Advieswijzer geeft met behulp van drie iconen in één oogopslag inzicht over de totstandkoming van het productaanbod bij het afsluiten van een hypotheek: krijgt de consument persoonlijk advies over het gekozen product, vergelijkt de financiële dienstverlener producten en aanbieders en is de dienstverlener ongebonden.

Waarom de Advieswijzer

Onafhankelijk advies is voor veel consumenten geen helder begrip. Met de Advieswijzer willen de adviesketens consumenten duidelijk maken wat de verschillen zijn tussen onafhankelijk advies en een niet onafhankelijk advies. Sinds 2013, met de ingang van het provisieverbod, ontvangt iedere consument voorafgaand, tijdens of na het eerste oriënterende gesprek met een hypotheekadviseur het dienstverleningsdocument (DVD). Uit de evaluatie in 2018 van het provisieverbod door het Ministerie van Financiën blijkt dat de inhoud van het DVD onvoldoende transparantie biedt in het productaanbod en het de consument onvoldoende helpt bij het maken van keuzes. Een nieuwe DVD is in de maak, maar de vier grote onafhankelijke hypotheekadviesketens willen het voor de consument nu al zo helder mogelijk maken.

Transparantie en duidelijkheid voor consument

De Advieswijzer biedt met behulp van drie iconen gemakkelijk inzicht in de totstandkoming van het productaanbod. De drie iconen staan voor persoonlijk advies, uitgebreide vergelijking en ongebonden advies. Het laat zien of de consument advies ontvangt dat is afgestemd op de persoonlijke situatie en wensen, of er een uitgebreide vergelijking van producten en aanbieders plaatsvindt en of de gekozen dienstverlener ongebonden is.

De Advieswijzer

Op de overkoepelende website (www.advies-wijzer.nl) staan de iconen met een extra toelichting waarom persoonlijk advies, een (uitgebreide) vergelijking en een ongebonden dienstverlener zo belangrijk is. De vier onafhankelijke adviesketens zullen de iconen met uitleg ook op hun eigen website en in andere communicatiemiddelen gaan gebruiken. De informatie en iconen helpt de consument een bewustere keuze te maken op welke wijze het productaanbod aangeboden wordt.

Hoogste niveau inflatie in 20 jaar

08 november 2021

Het aantal hypotheekrentewijzigingen is afgelopen week fors afgenomen. Er waren minder geldverstrekkers die de hypotheekrentes aanpasten en ook het aantal rentevaste periodes waarvoor de rentes werden aangepast, was veel kleiner. De trend is nog steeds stijgend, al zagen we ook wel een verdwaalde renteverlaging.

Marktrente iets gedaald, middellange termijn: stijgende trend

De daling van de marktrente die wij vorige week al meldden, heeft zich de afgelopen week nog iets verder doorgezet. De lagere inkoopprijzen, namelijk een lagere markrente, in combinatie met iets hogere verkoopprijzen, door de recent doorgevoerde hypotheekrente verhogingen, hebben ervoor gezorgd dat de marges bij geldverstrekkers weer iets omhoog gegaan zijn. Maar ze liggen nog altijd een paar tienden onder de gemiddelde marges in de afgelopen jaren.

Het betekent waarschijnlijk wel dat we deze week weer een relatief rustige week gaan krijgen qua hypotheekrentewijzigingen.

We herhalen nog maar eens onze rentevoorspelling: “Voor de middellange termijn verwachten wij dat zowel de marktrente als de hypotheekrente licht gaan stijgen. Waarbij het vooral ook ‘hopen’ is dat het bij een lichte stijging van een paar tienden kan blijven.”

Tijdelijke inflatie?

Het Centraal Bureau voor de Statistiek maakte de afgelopen week bekend dat de inflatie in Nederland over oktober het hoogste percentage heeft bereikt in 20 jaar. De inflatie in oktober bedroeg 3,4%. Dat wil zeggen dat de prijzen in oktober 2021 gemiddeld 3,4% hoger lagen dan de prijzen in oktober 2020.

Het mantra van de centrale banken is nog steeds dat het om een ‘tijdelijke’ inflatie gaat als gevolg van aanbodschokken die door de coronacrisis zijn veroorzaakt. Centrale banken moeten dit wel roepen. Want als het niet om tijdelijke inflatie gaat, moeten ze ingrijpen en het opkopen van obligaties stopzetten en haar eigen rente verhogen om te voorkomen dat we in een loon-prijs spiraal komen, en dat kan heel slecht zijn voor de economie.

Hoewel de Fed, de centrale Amerikaanse centrale bank, nog steeds verwacht dat de inflatie tijdelijk hoger is (die bedroeg 5,4% in september) gaat zij de obligatie-aankopen vanaf deze maand terugschroeven met ongeveer $ 15 miljard per maand. Dat betekent dat er in november nog $ 105 miljard wordt aangekocht in plaats van $ 120 miljard en dat wordt elke maand $ 15 miljard minder. Naast de afbouw van de obligatie-aankopen verwachten beleggers dat de Fed volgend jaar twee renteverhogingen zal aankondigen.

Blijf op de hoogte

Schrijf je nu in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van het laatste (rente)nieuws.

Nieuwe hypotheeknormen 2022: meer of minder lenen?

01 november 2021

De nieuwe hypotheeknormen voor 2022 zijn bekend gemaakt. Het zijn vooral inkomens tot ongeveer een kleine € 50.000,- die bij een ongewijzigd inkomen en een ongewijzigde hypotheekrente iets meer kunnen lenen in 2022, dan in 2021.

Voor een beperkt aantal tweeverdieners met wat hogere inkomens geldt juist dat ze in 2022 wat minder kunnen lenen, dan op dit moment. We geven een paar voorbeelden.

Voorbeelden

Als uitgangspunt hebben we de gemiddelde hypotheekrente van dit moment gepakt, 20 jaar vast, omdat dit de meest gekozen rentevaste periode is. Voor hypotheken tot de NHG-grens staat die op 1,4% en voor hypotheken zonder NHG tot en met 100% marktwaarde, staat de rente gemiddeld op 1,9%.

Een alleenstaande met een inkomen van € 40.000,- kan bij een rente van 1,4% € 186.087,- lenen in 2022. Dat is bijna € 5.000,- meer dan op dit moment. Een alleenstaande met een inkomen van € 45.000,- kan ongeveer € 5.500,- meer lenen; namelijk € 209.348,-.

Een stel met inkomens van respectievelijk € 30.000,- en € 15.000,- kan bij een rente van 1,4% € 209.348,- lenen. Dat is ook ruim € 5.500,- meer dan in 2021.

Maar een stel met inkomens van € 35.000,- en € 30.000,- kan juist bijna € 6.700,- minder lenen dan nu; namelijk € 318.307,-, in plaats van € 325.000,-.

En ook bijvoorbeeld een stel met inkomens van € 50.000,- en € 40.000,- kan in 2022 ongeveer € 10.000,- (-2%) minder lenen, namelijk € 483.355,- in plaats van het huidige bedrag á € 493.639,-.

Voor de meeste midden en hogere inkomens geldt overigens dat ze in 2022 hetzelfde bedrag kunnen lenen als nu.

Wat is jouw maximale hypotheek in 2022?

Zie de tabellen hieronder voor een duidelijk overzicht van de nieuwe hypotheeknormen en de maximale hypotheek per inkomensklasse:

Eenverdieners: maximale hypotheek 2021 en 2022

Tweeverdieners: maximale hypotheek 2021 en 2022

Maximaal berekening is een momentopname

Onthoud goed dat een maximaal berekening een momentopname is. Heb je eerder een maximaal berekening gemaakt, laat die dan actualiseren per 1-1-2022, zodat rekening wordt gehouden met de nieuwe normen. Maar ook als je inkomen wijzigt of als de hypotheekrente verandert is het verstandig om een nieuwe berekening te laten maken.

Houd er daarnaast rekening mee dat een maximaal berekening gebaseerd is op een gemiddeld stel zonder kinderen. Een gezin met bijvoorbeeld twee jonge kinderen kan evenveel lenen als het stel zonder kinderen, maar kent een geheel ander uitgavenpatroon. Het is dan ook altijd belangrijk om te bepalen wat voor jou een betaalbare woonlast is en gaat het er niet zo zeer om hoeveel de geldverstrekker je maximaal wil lenen.

Zelf je maximale hypotheek 2021 berekenen

Wil je zelf gemakkelijk te weten komen wat jouw maximale hypotheek in 2021 is? Check dan onze handige rekentool! Geen zorgen: je hebt geen rekenmachine nodig voor een eerste indicatie van jouw maximale hypotheek. Onze handige rekentool doet het werk voor je! Vul enkel een aantal gegevens in, zoals je inkomen en terugkerende financiële lasten. Onze rekentool geeft dan een goede inschatting van jouw maximale hypotheek. Check het snel! 

Ons advies is om vanaf januari 2022 een nieuwe hypotheekberekening te doen voor je maximale hypotheek 2022.

Bereken je maximale zzp-hypotheek